Hallins NEWTON 50, Manual

Page: 348 / 676

10
7.3 Maatregelen na gebruik
De heftruck kan na uitvoering van de werkzaamheden worden achtergelaten met het
laadvlak omhoog, voor zover dat geen ongemakken of risico’s inhoudt.
Wij bevelen aan dat het laadvlak normaal tot de onderste stand wordt verlaagd na
uitvoering van de werkzaamheden.
Zet de hoofdschakelaar af en zorg ervoor dat onbevoegd gebruik niet kan plaatsvinden.
8 ACCU
8.1 Functie
De accu’s worden geregeld met een ventiel. Dat houdt o.a. in dat er geen onderhoud
vereist is in de vorm van bijvullen van water en dat de accu’s zijn voorzien van een ventiel
dat indien nodig gas laat ontsnappen (in zeer kleine hoeveelheden). De accu’s zijn echter
zo dicht dat ze op hun zij kunnen worden gelegd of ondersteboven kunnen worden
gedraaid zonder het risico te lopen dat ze gaan lekken. Gebruik alleen originele accu’s van
Hallins om u ervan te verzekeren dat er geen sprake zal zijn van lekkage.
8.2 Acculading
Voor een zo lang mogelijke levensduur
vand e accu’s moeten de accu’s ieder
etmaal minstens één periode worden
opgeladen, bijvoorbeeld gedurende de
nacht. Het oplaadproces begint
onmiddellijk nadat de stekker is
aangesloten op de elektrische uitgang.
De accu kan niet teveel worden
opgeladen omdat de oplader overgaat op onderhoudoplading als de accu helemaal is
opgeladen.
8.3 Opslag
Omdat de heftruck accu’s bevat, is het belangrijk hoe de heftruck wordt opgeslagen als
deze gedurende langere tijd niet gebruikt gaat worden.
De accu loopt leeg wanneer de hefwagen niet wordt gebruikt. Verschillende batterijen
kunnen een verschillend lange tijd worden opgeslagen zonder dat de accu tussentijds hoeft
te worden opgeladen. Een belangrijke en bepalende factor is de temperatuur waarbij de
accu wordt opgeslagen. Opslag dient altijd plaats te vinden in een droge ruimte met een
temperatuur zo dicht mogelijk in de buurt van +20°C.
De hoofdschakelaar moet altijd in de UIT-stand staan als de heftruck niet wordt
gebruikt.
8.4 Recycling van accu’s
Loodaccu’s worden geclassificeerd als milieugevaarlijk afval en moeten daarom altiojd
worden ingezonden voor recycling na gebruik om het milieu geen schade toe te brengen.