e
e
85
84
WAARSCHUWING!
Gevaar voor ongelukken!
Indien de alarmgrens te hoog wordt ingesteld, worden gevaarlijke
situaties te laat herkend.
De alarmgrens bij de installatie maximaal op 8 zetten!
ç
Alarmgrens instellen
De fabrieksinstelling voor de alarmgrens is 6. Dat betekent dat de sensorunit
op een hoogte van 50… 60 cm (wandmontage) of 55 ... 65 cm (montage onder
afzuigkap) is gemonteerd. Indien de montagehoogte van de standaardwaarde
afwijkt, moet de alarmgrens worden aangepast (tabel 5).
De aanbevolen alarmgrens (4 - 7) hangt af van de plaats van het fornuis, de instal-
latiehoogte, de montagewijze en het responsgedrag van de sensorunit. De waarden
liggen tussen 1 en 12 (1 = snelste respons, 12 = langzaamste respons).
Instelmodus 1 is geactiveerd.
Raadpleeg tabel 5 voor de meest geschikte, aanbevolen alarmgrens.
Bedieningstoets (2) indrukken.
Het gewenste hogere niveau wordt ingesteld en de instelmodus 1 wordt verlaten.
Om de volgende hogere alarmgrens in te stellen moet de instelmodus 1 op-
nieuw worden opgeroepen
Kleur van de
status-led (5)
Aantal sig-
naaltonen
Alarmgrens
Installatiehoogte:
wandmontage
Installatiehoogte:
montage onder
afzuigkap
rood
●●● ●●●
12
●●● ●●
11
●●● ●
10
●●●
9
●●
8
●
7*
45 ... 55 cm
blauw
●●● ●●●
6
(Standaard)*
50 ... 60 cm
55 ... 65 cm
●●● ●●
5*
65 ... 75 cm
●●● ●
4*
75 ... 85 cm
●●●
3
●●
2
●
1
*
aanbevolen alarmgrenzen
Tabel 5: alarmgrenzen
OF:
Bedieningstoets (1) indrukken.
De eerst volgende lagere alarmgrens wordt ingesteld en de instelmodus 1
wordt verlaten De nieuwe alarmgrens wordt conform de gegevens in tabel
5 weergegeven, bijvoorbeeld nr. 5.
Draadloze verbinding tot stand brengen
Instelmodus 2 is geactiveerd. De status-led (5) knippert paars-blauw.
De installatie-automaat van het fornuis/de kookplaat gedurende 10 s uit-
schakelen.
Zekering weer inschakelen.
De spanningsonderbreker zoekt automatisch de sensorunit.
Als de verbinding tot stand is gebracht, geeft de sensorunit ter bevestiging
drie signaaltonen af (●●●). De fornuisbewaker sluit de automatische instel
-
modus af.
Fornuistype kalibreren
Instelmodus 3 is geactiveerd. De status-led (5) knippert geel-groen.
Voor het kalibreren van het fornuistype zijn twee opties beschikbaar.
oder
Afbeelding 9: fornuistype handmatig kalibreren
Optie 1: Het fornuis
en
de oven zijn samen aangesloten op de spanningson-
derbreker (afbeelding 9, links).
Oven inschakelen.
Bedieningstoets (1) indrukken.
De sensorunit bevestigt de herkenning van het fornuistype met akoesti-
sche en optische signalen.
Oven uitschakelen.
De handmatige kalibratie van optie 1 is voltooid.