8
2.2.6 Geen ontstekingsbronnen
Geen persoon die werkzaamheden uitvoert met betrekking tot een koelsysteem
waarbij alle pijpwerkzaamheden worden uitgevoerd die brandbaar koelmiddel
bevatten of bevatten, moet alle ontstekingsbronnen op zodanige wijze
gebruiken dat dit kan leiden tot het risico van brand of ontploffing. Alle
mogelijke ontstekingsbronnen, inclusief het roken van sigaretten, moeten
voldoende verwijderd worden gehouden van de plaats van installatie, reparatie,
verwijdering en verwijdering, gedurende welke ontvlambaar koelmiddel
mogelijk naar de omringende ruimte kan worden vrijgegeven. Voorafgaand aan
de werkzaamheden moet het gebied rond de apparatuur worden gecontroleerd
om er zeker van te zijn dat er geen ontvlambare of ontstekingsrisico's zijn. "No
Smoking" -borden worden weergegeven.
2.2.7 Geventileerde ruimte
Zorg ervoor dat het gebied vrij is of dat het voldoende wordt geventileerd
voordat het in het systeem wordt ingebracht of wanneer het warm wordt
uitgevoerd. Gedurende de periode dat de werkzaamheden worden uitgevoerd,
blijft er sprake van ventilatie. De ventilatie moet veilig elk vrijgekomen
koelmiddel verspreiden en bij voorkeur het uitwendig in de atmosfeer verdrijven.
2.2.8 Controles naar de koelapparatuur
Wanneer elektrische componenten worden gewijzigd, moeten ze geschikt zijn
voor het doel en de juiste specificatie. Te allen tijde moeten de onderhouds- en
servicerichtlijnen van de fabrikant worden gevolgd. Raadpleeg bij twijfel de
technische dienst van de fabrikant voor assistentie. De volgende controles
worden toegepast op installaties die gebruik maken van ontvlambare
koelmiddelen:
- De laadcapaciteit is in overeenstemming met de grootte van de ruimte waarin
de koelmiddelbevattende onderdelen zijn geïnstalleerd;
- De ventilatieapparatuur en -uitlaten werken adequaat en worden niet
belemmerd;
- Indien een indirect koelcircuit wordt gebruikt, moet het secundaire circuit
worden gecontroleerd op de aanwezigheid van koelmiddel;