ECOTRONIC tech
Cod. 3540V010 - 07/2010 (Rev. 00)
170
NL
Systeem 2A en 2B met 1 reservoir, 1 circulatiepomp en 3 sondes
(Geen modulerende circulatiepomp, Geen berekening, Met aanvullende verwarming) VOOR
SYSTEEM 2A
(Geen modulerende circulatiepomp, Geen berekening, Met afvoer overtollige warmte) VOOR
SYSTEEM 2B
Inschakelen
Telkens wanneer de stroom op de regelaar wordt ingeschakeld worden op het display alle symbolen gedurende
2 seconden geactiveerd; de volgende 5 seconden geeft het display de softwareversie van de regelaar weer.
Stand-By modus
Nadat hij ingeschakeld is en er geen storingen opgetreden zijn en/of verzoeken met een hogere prioriteit, wordt
de regelaar in de stand-by stand gezet. Onderstaande info verschijnt dan in beeld:
• Stand-by weergave: temperatuur sensor PT1000 Zonnecollector S3 binnen een bereik van 1÷180°C, het symbool
S3 brandt.
• Door 1 seconde op de Info toets te drukken wordt de temperatuur NTC Sensor Boiler S2 afgebeeld binnen een bereik
van 1÷125°C (het symbool S2 gaat branden), en de temperatuur Sensor PT1000 Bovenste Boiler S1 binnen een
bereik van 1÷180°C, het symbool S1 gaat branden.
• Door 1 seconde op de Info toets te drukken gaat de regelaar weer over op stand-by.
Werking
Activering Zonne-Circulatiepomp
Wanneer de temperatuur van de Boilersensor S2 lager is dan de waarde van de parameter Max.boilertempera-
tuur (Parameter Installateur, standaard ingesteld op 60°C) en als het verschil (positief) tussen de temperatuur
van de Sensor Zonnecollector S3 en die van de Boilersensor S2 gelijk is aan of groter dan de waarde van de
parameter Differentieel inschakeltemperatuur (Parameter Installateur, standaard ingesteld op 6°C), dan activeert
de ECOTRONIC tech regelaar de Zonne-Circulatiepomp.
Het symbool van de Zonne-Circulatiepomp gaat branden wanneer deze modus geactiveerd is.
Deactivering Zonne-Circulatiepomp
Wanneer de temperatuur van de Boilersensor S2 lager is dan de waarde van de parameter Max.boilertemperatuur
(Parameter Installateur, standaard ingesteld op 60°C) en als het verschil (positief) tussen de temperatuur van de
Sensor Zonnecollector S3 en die van de Boilersensor S2 gelijk is aan of kleiner dan de waarde van de parameter
Differentieel uitschakeltemperatuur (Parameter Installateur, standaard ingesteld op 4°C), dan deactiveert de
ECOTRONIC tech regelaar de Zonne-Circulatiepomp.
Wanneer de temperatuur van de Boilersensor S2 gelijk is aan of groter dan de waarde van de parameter Max.
reservoirtemperatuur (Parameter Installateur, standaard ingesteld op 60°C), dan deactiveert de ECOTRONIC
tech regelaar de Zonne-Circulatiepomp.
Het symbool van de Zonne-Circulatiepomp gaat uit wanneer deze modus geactiveerd is.
Aanvullende verwarming (Thermostaatfunctie) Uitsluitend voor systeem 2A
(Alleen met Parameter P20=1 en met Parameter P14 > P13)
Wanneer tijdens de normale werking de temperatuur van de Sensor Bovenste Boiler S1 lager is dan de waarde van
de parameter Inschakeltemperatuur thermostaat (Parameter Installateur, standaard ingesteld op 40°C) activeert
de ECOTRONIC tech regelaar het Uitgangsrelais dat aangesloten is op de klemmen 13-14-15 (FREE CONTACT
op 11-polige connector); wanneer daarentegen de temperatuur van de Sensor Bovenste Boiler S1 hoger is dan
de waarde van de parameter Uitschakeltemperatuur thermostaat (Parameter Installateur, standaard ingesteld op
45°C) deactiveert de ECOTRONIC tech regelaar het Uitgangsrelais dat aangesloten is op de klemmen 13-14-15
(FREE CONTACT op 11-polige connector).
Summary of Contents for ECOTRONIC tech
Page 6: ...ECOTRONIC tech IT Cod 3540V010 07 2010 Rev 00 6 Dimensioni ...
Page 43: ...ECOTRONIC tech 43 Cod 3540V010 07 2010 Rev 00 ES Medidas ...
Page 81: ...ECOTRONIC tech 81 Cod 3540V010 07 2010 Rev 00 EN Dimensions ...
Page 118: ...ECOTRONIC tech Cod 3540V010 07 2010 Rev 00 118 Dimensions FR ...
Page 155: ...ECOTRONIC tech 155 Cod 3540V010 07 2010 Rev 00 NL Afmetingen ...
Page 192: ......