127
NL
Plaats de zaagketting rond het kettingwiel
(11) en plaats het blad tegen de kettingzaag
zodat de geleidingsbout (9) in de
langwerpige groef aan de zijkant van het
blad gaat. Plaats de kettingspanner (10).
Plaats de kap (1) terug en draai de
handschroef (2) naar de stand vergrendeld
om hem te vergrendelen.
De ketting spannen
De spanning van de ketting kan aangepast
worden zonder gereedschap.
Draai de handschroef (2) 1-2 keer naar links
om los te maken.
Draai de SDS-knop naar rechts tot de
zaagketting correct gespannen is.
De kettingzaag moet ongeveer 3 mm van het
blad getild kunnen worden in het midden
van het blad. De ketting moet terugvallen
wanneer deze wordt losgelaten. De
zaagketting mag niet onder het blad hangen.
Montage en voorbereiding
Het blad en de ketting plaatsen
Trek de beschermende kap (5) in de richting
van de voorste handgreep om te zorgen dat
de kettingrem niet geactiveerd wordt.
Draai de handschroef (2) naar de stand
ontgrendeld en verwijder de kap (1).
Plaats de zaagketting (14) rond het blad
(13). Zorg ervoor dat de tanden in de
rotatierichting wijzen.
Stel de zaagketting zo af dat de koppeling in
de groef van het blad grijpt en een lus vormt
achter het blad.