Grohe Tectron 38 698, Manual

Page: 25 / 116

22
Eindassemblage
Voorbereidingen
Draai de vlotter (M) van het vulventiel naar boven om de
volledige hoeveelheid water in het spoelreservoir te krijgen,
zie afb. [8].
Spoelreservoir A:
1. Overloopbuis (N5) van afvoerklep losmaken en afvoerklep
uit spoelreservoir trekken, zie afb. [9a].
2. Schuif de vlotter (N1) zoals getoond op afb. [10a] naar boven.
3. Schuif de restwaterschuif (N2) naar onderen.
4. Klik de afvoerklep 180° gedraaid vast in het spoelreservoir,
zie afb. [11a].
Waarschuwing: Als het vulventiel rechts gemonteerd is, wordt
de afvoerklep niet gedraaid.
5. Klem de slangen (N3) in de dwarsstang (O1) en snijd deze
boven de dwarsstang af, zie afb. [12a].
Spoelreservoir B:
1. Steek de slangen (N4) onder de dwarsstang (O2) door
en snijd deze boven de dwarsstang af, zie afb. [12b].
Slang vervangen
1. Sluit de afsluiter (P), zie afb. [13].
2. Vervang de aanwezige slang (Q) door de slang met
boog (Q1) (meegeleverd).
3. Afsluiter (P) openen.
Trekstang bevestigen
Spoelreservoir A:
1. Bevestig de trekstang (V1) zoals getoond op afb. [14a] aan
de overloopbuis (N5).
2. Bevestig de overloopbuis (N5) aan de afvoerklep.
Spoelreservoir B:
1. Klik de trekstang (V1) op de overloop (V2) vast, zie
afb. [14b].
2. Vervang de aanwezige overloop (W) door de overloop met
de trekstang (V1+V2), plaats hierbij de nieuwe overloop in
dezelfde stand.
Waarschuwing: de overloop (W) niet gebruiken.
Frame monteren
Spoelreservoir A:
1. Plaats het frame (R), lijn het uit en bevestig het met de
schroeven (S) op de beschermkap, zie uitvouwbaar blad III,
afb. [15a].
Spoelreservoir B:
1. Plaats de pennen (T) van achteren in het frame van de
spoelkast totdat deze hoorbaar vastklikken, zie afb. [15b].
2. Kort de pennen (T) af, zie afb. [15b].
3. Schroef de moeren (U) vast.
4. Plaats het frame (R), leid hierbij de verlengkabel door het
frame, zie afb. [15b].
5. Lijn het frame uit en bevestig het met de schroeven (S).
Servomotor monteren
1. Klik de servomotor in de bevestiging (X1) vast, zie afb. [16].
Aanwijzing: bij 6 liter spoelreservoir moet speciaal
toebehoren 43 617 worden gebruikt.
Servomotor kalibreren
Waarschuwing:
de servomotor moet buiten de spoelkast
worden gekalibreerd!
1. Voeding inschakelen: sluit de elektronicamodule (C1) op
de verlengkabel (L) aan, zie afb. [17].
Hierbij mag de servomotor niet aangesloten zijn.
De LED in de elektronica begint te knipperen.
2. Sluit de servomotor (X) op de elektronicamodule (C1) aan.
Na het aansluiten van de servomotor op de elektronica,
knippert de LED in de elektronica niet meer en start het
afregelen automatisch. Hierbij neemt de servomotor de
afregelstanden in.
Waarschuwing: voorkom hierbij dat de bewegingen door
obstakels worden belemmerd!
Om te voorkomen dat de servomotor onjuist wordt afgeregeld
mag de greep niet worden gedemonteerd!
Het kalibreren is voltooid als de greep in de middelste stand
blijft staan.
Waarschuwing: koppel de aansluiting tussen de servomotor
en de elektronicamodule niet meer los!
Servomotor inbouwen
1. Voeding loskoppelen: Koppel de aansluiting tussen de
elektronicamodule (C1) en de verlengkabel (L) los, zie
afb. [18].
2. Servomotor (X) in de dwarsstang (O) in de spoelkast
vastklikken, zie afb. [19].
Waarschuwing: bevestig de servomotor aan de kant waar
de blauwe vlotter van de afvoerklep zich bevindt.
3. Trekstang (V1) van achteren in de opening van de
hendel (X2) geleiden. Wanneer de servomotor zich aan
de linkerkant van de dwarsstang bevindt, de trekstang (V1)
van voren in de opening van de hendel (X2) geleiden.
4. Voeding inschakelen: Sluit de elektronicamodule (C1) op
de verlengkabel (L) aan, zie afb. [20].
De instelmodus is actief.
Plaat monteren
1. Schuif de verlengkabel in de lege pijp totdat de
stekkerverbinding niet meer in de spoelkast hangt.
2. Haak de plaat (C) boven op het frame (R) vast, druk deze
aan en klik deze door iets naar beneden schuiven vast, zie
afb. [21].
3. Fixeer de plaat (C) met de borgbout (Y).
Instellingen configureren
Instelmodus
In de instelmodus kan de spoelhoeveelheid worden
gecontroleerd en gewijzigd (zie
Spoelhoeveelheid instellen ).
Het detectiebereik van de kraan kan worden gecontroleerd.
In de instelmodus brandt het controlelampje in de sensoren
van de kraan wanneer bij het benaderen van de kraan het
detectiebereik wordt bereikt.
Het detectiebereik kan middels de optionele
afstandsbediening worden ingesteld.
Bij het verlaten van het detectiebereik wordt er meteen een
spoeling geactiveerd. In de instelmodus vervalt de min.
verblijfsduur van 7 s.
Voor het activeren van de instelmodus gaat u als volgt te werk:
Onderbreek de voeding op de elektronica en sluit deze
na 5 sec. weer aan. Verbreek hierbij
niet de stekkerverbinding
tussen de servomotor en de elektronica!
De instelmodus is geactiveerd.
De instelmodus wordt automatisch na 3 minuten beëindigd.
Spoelvolume instellen
De fabrieksinstelling van het spoelvolume is ca. 6 liter.
Het spoelvolume kan als volgt worden gewijzigd:
1. Instelmodus activeren (zie boven).
2. Hand op een afstand van 5 - 10cm vóór de sensoren in de
kraan houden.
Het controlelampje in de sensoren van de kraan knippert
snel.
3. Na ca. 5 seconden dooft het controlelampje vanzelf.
4. Hand uit het detectiebereik (min. 90cm) terugtrekken.