AANWIJZING!
Gevaar voor kortsluiting!
• Koppel vóór werkzaamheden aan de voertuigelektra altijd
eerst de voertuigaccu los – er bestaat anders het risico op
kortsluiting!
• De elektrische installatie en de mechanische montage op het
voertuig moeten vakkundig worden uitgevoerd. Een verkeerde
montage kan leiden tot kortsluiting of de beëindiging van de
typegoedkeuring voor uw motor.
AANWIJZING!
Gevaar voor beschadiging!
• Er mogen geen trekkrachten op de elektriciteitskabels worden
uitgeoefend, ook niet wanneer het stuur tot de aanslag wordt
gedraaid. De aansluitkabels moeten beschermd worden
aangebracht, zodat ze niet kunnen schuren of knikken.
Eventueel moet een extra kabelmantel of een rubberen
kabeldoorvoer worden gebruikt.
4 | Montage
4.1 | Wettelijke bepalingen voor de montage van dagrijverlichting
Dagrijverlichting mag alleen voor motoren worden gebruikt die volgens de
Europese wet zijn goedgekeurd (VO-EU 3/2014; 2009/67/EG; ECE-R53). De
verlichting is niet goedgekeurd voor voertuigen die zijn goedgekeurd voor de
openbare weg (oldtimers en klassiekers met een oudere eerste toelating).
Bovendien moet de dagrijverlichting automatisch samen met het activeren van de
'ontsteking' worden ingeschakeld en automatisch uitgaan als het dimlicht wordt
ingeschakeld om een verblinding van andere verkeersdeelnemers te voorkomen.
Dat geldt niet voor het geven van korte lichtsignalen.
3.2 | Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING!
Gevaren voor kinderen en personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens
(bijvoorbeeld gedeeltelijk gehandicapten, oudere personen
met lichamelijke en geestelijke beperkingen) of gebrek aan
ervaring en kennis (bijvoorbeeld oudere kinderen)!
• Tot de leveringsomvang behoren kleine onderdelen die
ingeslikt kunnen worden alsook verpakkingsmateriaal.
Deze onderdelen moeten uit de buurt van kinderen worden
gehouden, omdat er bij inslikken verstikkingsgevaar bestaat.
VOORZICHTIG!
Letselrisico!
• Let er bij montagewerkzaamheden op dat het voertuig stevig
en stabiel is neergezet en dat de werkplek goed verlicht is.
• Kijk niet vanuit korte afstand direct in het felle led-licht.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor ongevallen!
• Voor de rijveiligheid moet de spiegel altijd zo op het voertuig
worden aangebracht, dat de motorrijder voldoende zicht heeft
op het verkeer achter de motor.
• De spiegel moet stevig worden bevestigd – als deze van de
motor valt, kunnen andere verkeersdeelnemers in gevaar
komen en kunnen ernstige ongevallen worden veroorzaakt.
• De spiegel mag ook bij een volledige stuurbeweging tot aan
de aanslag geen onderdelen van het voertuig (kuipwerk, tank,
enz.) raken of de motorrijder hinderen.
33
32
Summary of Contents for 10029447
Page 38: ......