46
Pagina 18
Belangrijk!
Als de hoofdrotor met een toerental van minder dan 2.300 toeren/min wordt gebruikt, kunnen staartrotorbladen
van 105 mm worden gebruikt. Als het hoofdrotorkoptoerental boven de 2.300 toeren/min ligt, gebruikt u lange
staartrotorbladen van 95 mm.
Smeer de rollen van het stationair lopen op de hoofdaandrijving met een schroevendraaier voldoende met vet in.
Pagina 19
Voor de optimale instelling van het tandflankenspel tussen tandwiel van de hoofdaandrijving en kegeltandwiel van de
staartrotor werd bij de mechaniek naast de sluitring W12, 1x17x1,2 nog een ring van 0,2 en een ring van 0,3 mm mee-
geleverd. Gebruik ofwel de ring van 0,2 mm of 0,3 mm om een tandflankenspel tussen hoofdtandwiel en kegeltandwiel van
de staartrotorassen van 0,1 mm in te stellen. De hoofdrotoras moet daarbij zo worden gebruikt dat de zijde met de beide in
90° opgestelde boorgaten naar boven wijst (zie ook pagina 26).
Wanneer de rotorassenschroef M4x23 wordt gebruikt, tilt u de mechaniek aan de rotoras op, drukt u de rotorasstelring naar
beneden en trekt u beide schroeven van de stelring stevig aan.
Pagina 20
De oogbouten van de staartroersteun moet met expoxylijm worden bevestigd. Houdt u zich bij het maken van de staartroer-
besturing precies aan de instructies in de tekening en kleef de glijblokjes met secondelijm aan de stuurstang vast.
Pagina 21
Let bij de montage van de staartroersteun op de verschillende schroefvormen en schroeflengtes.
Pagina 22
Stel na het plaatsen van de staartroerbesturing de geleidebeugel zodanig af dat de afstand tot het glijblokje rechts en links
dezelfde is wanneer de hendel van de staartservo in de middelste stand staat.
Trek de zes schroeven M3x8 van het motoras-lagerblok past vast aan wanneer u na de motormontage (zie pagina 23) een
tandflankenspel van 0,1 mm hebt ingesteld.
Pagina 23
Behoud een precieze afstand van 28,9 mm tussen motorritsel en motordragerplaat en trek de M4x8 schroeven slechts
lichtjes aan. De motor moet nog op de motordragerplaat kunnen worden verschoven.
Plaats de motor in de mechaniek en schuif deze zover op de dragerplaat tot het tandflankenspel tussen motorritsel en
hoofdaandrijvingstandwiel 0,1 mm bedraagt. Verwijder de motor uit de mechaniek en trek nu de bevestigingsschroeven
M4x8 stevig aan. Controleer na het terugplaatsen van de motor het tandflankenspel en trek tot slot ook de M3x8 schroeven
van het motoras-lagerblok (zie pagina 22) vast aan.
Pagina 24
De pagina toont de schematische opbouw van de reeds voorgemonteerde hoofdrotorkop. Controleer bij dit bouwonderdeel
of alle schroefverbindingen vast zijn aangespannen en beveiligd.
Pagina 25 - 26
Beide pagina’s tonen de schematische structuur van de tuimelschijf die, indien nodig, voor onderhoudsdoeleinden met een
speciale sleutel (GAUI-nummer: 666167) uit elkaar kan worden geschroefd. De schroef M3x10 mag slechts zo vast worden
aangetrokken dat de tuimelschijf nog makkelijk draait.
Plaats de tuimelschijf en de rotorkop op de hoofdrotoras en schroef de rotorkop met beide schroeven M4x23 vast.