Inbedrijfstelling
456776_a
53
Startpunten oproepen
Weekprogramma
Startpunten
Programma
Terug
Bevestigen
Punt X1 bij
Punt X2 bij
Startpunten
Terug
Bevestigen
1. Met de [Pijlknop omhoog] of de [Pijlknop om-
laag] het menu-item [Startpunten] selecteren
totdat het sterretje bij het menu-item staat.
2. Met [Multifunctionele knop rechts] bevesti-
gen.
3. Met de [Pijlknop omhoog] of de [Pijlknop om-
laag] het menu-item [Punt X*] selecteren tot-
dat het sterretje bij het menu-item staat.
4. De gewenste afstanden instellen, eventueel
andere startpunten instellen.
5. Met [Multifunctionele knop rechts] bevesti-
gen.
6. Door nogmaals indrukken van de [Menuknop]
terug gaan naar het hoofdmenu.
ADVICE
Het eerste startpunt bevindt zich
standaard steeds op 1 m rechts
naast het basisstation en kan niet
worden gewijzigd.
De andere negen startpunten zijn
standaard ingedeeld over de totale
lengte van de begrenzingskabel (na
de eerste keer randmaaien of na
maaien van het hele maaibereik).
Deze startpunten kunnen worden
gewijzigd en zijn programmeerbaar
naargelang de afmetingen en de ei-
genschappen van het maaibereik.
Startpunten inleren
1. De procedure starten door op de [START/
PAUZE-knop] te drukken.
➯
De aanwijzing op het display opvolgen.
[Startpunt inleren]
2. Startpunt X instellen.
3. Positie: Y met de [Multifunctionele knop
rechts] instellen.
ADVICE
Er is geen startpunt ingesteld.
De circuitlengte wordt opgemeten
en de startpunten worden automa-
tisch gelijkmatig over deze lengte
verdeeld.
De startpunten kunnen elk afzon-
derlijk worden aangepast.
Instellingenmenu
Datum, Tijdstippen, Taal en Opnieuw kalibreren
instellen, zie onder Inbedrijfname.
Geluidssignaal knoppen aan- of uitzetten
1. [Geluidssignaal knopbediening] selecteren.
2. Met [Multifunctionele knop rechts] (3-5) be-
vestigen.
3. Geluidssignaal knopbediening met de [Multi-
functionele knop rechts] (3-5) aan- of uitzet-
ten.
4. De betreffende selectie bevestigen met de
[Menuknop] (3-8).
Regensensor instellen op aan of uit
1. In het item Instellingen [Regensensor] selec-
teren.
2. Met de [Multifunctionele knop rechts] beves-
tigen.
3. Regensensor met de [Multifunctionele knop
rechts] aan- of uitzetten.
4. De betreffende selectie bevestigen met de
[Menuknop] en teruggaan naar het hoof-
dmenu.
Vertraging regensensor instellen
1. In Instellingen het item [Vertraging regensen-
sor] selecteren.
2. Met de [Multifunctionele knop rechts] beves-
tigen.
3. [Vertraging regensensor] instellen.
4. De betreffende selectie bevestigen met de
[Menuknop] en teruggaan naar het hoof-
dmenu.
ADVICE
De functie [Vertraging regensensor]
zorgt ervoor dat de robotmaaier na
terugrijden naar het basisstation tijdens
regen pas na verloop van enige tijd weer
naar buiten rijdt.
Displaycontrast wijzigen
1 [Displaycontrast] selecteren.
2 [Displaycontrast] instellen met de [Pijlknop-
pen] (3-3) en bevestigen met de [Multifunc-
tionele knop rechts] (3-5).
3 De betreffende selectie bevestigen met de
[Menuknop] (3-8) en teruggaan naar het
hoofdmenu.