nl
Productoverzicht
46
Robotmaaier
Controleer het apparaat en het basisstation
regelmatig op beschadigingen.
Apparatuur en basisstation bij beschadiging
niet gebruiken.
PRODUCTOVERZICHT
Het productoverzicht (2) geeft een overzicht van
het apparaat.
2-1 Bedieningspaneel
2-2 Handgreep
2-3 Aansluitcontacten voor opladen
2-4 Bumper
2-5 Behuizing
2-6 Afdekkap (luik voor hoogteverstelling)
2-7 Verzonken hoogteverstelknop
2-8 STOP-knop
2-9 Voorste wielen (stuurbaar)
2-10 Messenschijf
2-11 Aandrijfwielen
2-12 Mes
2-13 Wegruimmes
BESCHRIJVING VAN DE WERKING
De robotmaaier functioneert dankzij de accu-
aandrijving volledig autonoom en verplaatst
zich zelfstandig binnen een begrensd maai-
bereik.
Het maaibereik is door een begrenzingskabel
afgebakend, deze kabel is verbonden met het
basisstation.
Om de accu op te laden rijdt de robotmaaier
langs de begrenzingskabel terug naar het ba-
sisstation.
De maairobot is in de fabriek geprogramme-
erd met maaiprogramma's waarin ook op-
pervlak- en randmaaifuncties zijn opgeno-
men. Deze maaiprogramma's kunnen door
de gebruiker worden gewijzigd.
Door de speciale messenconstructie wordt
het maaisel niet verzameld maar blijft dit op
het gazon liggen en zorgt zo voor een mulch-
of groenbemestingeffect.
SENSOREN
De robotmaaier is uitgerust met een aantal veilig-
heidssensors (9).
Hefsensor
Als de robotmaaier tijdens het maaien wordt
opgetild aan de behuizing, zet een sensor het
mes binnen 2 seconden stil en wordt de rija-
andrijving uitgeschakeld.
Stootsensoren en obstakelherkenning
De robotmaaier is uitgerust met sensoren die
bij contact met een obstakel zorgen dat de
rijrichting wordt aangepast. Wanneer het ap-
paraat tegen een hindernis stuit, verschuift
het bovendeel (9-1) van de behuizing iets. De
sensor kiest dan een andere rijrichting.
Hellingsensor in rijrichting
Bij een hellingspercentage omhoog of om-
laag van meer dan 35% wordt de robotmaaier
via de hellingsensor uitgeschakeld.
Hellingsensor in dwarsrichting
Bij een hellingspercentage in dwarsrichting
van meer dan 35% wordt de robotmaaier via
de hellingsensor uitgeschakeld.
Regensensor
De robotmaaier is uitgerust met een regen-
sensor die bij regen de maaibeurt onder-
breekt en zorgt dat de robotmaaier terugrijdt
naar basisstation.
ADVICE
Als de robotmaaier is uitgeschakeld via
een veiligheidssensor, schakelt hij niet
weer automatisch in. Om verder te gaan
met maaien moet de storing worden be-
vestigd en opgeheven door op de multi-
functionele knop te drukken.
TRANSFORMATOR
De transformator levert de elektrische stroom
voor het basisstation.
WAARSCHUWING!
Schade door sproeiwater!
Plaats de transformator op een droge
plek waar deze beschermd is tegen
sproeiwater.
Wij raden aan het apparaat aan te sluiten
via een FI-aardlekschakelaar met een
nominale lekstroom van <30mA!