Nederlands
Belangrijke informa e
10
BELANGRIJKE INFORMATIE
WAARSCHUWING: Lees alle instructies aandachtig.
•
WAARSCHUWING: GEBRUIK DIT APPARAAT NIET IN COMBINATIE MET OP HET LICHTNET
AANGESLOTEN APPARATUUR
.
•
Vermijd aanraking van elektrische afrasteringen met het hoofd, mond, nek of het bovenlijf. Klim niet
over, door of onder een elektrische meerdraads-afrastering. Gebruik een poort of een speciaal daarvoor
geplaatste doorgang.
•
Voorkom verstrengeling in de afrastering. Vermijd elektrische afrasteringsconstruc es die mogelijk tot
verstrengeling van dieren of personen kunnen leiden.
•
Elektrische afrasteringen moeten zo geïnstalleerd en bediend worden dat ze geen elektrisch gevaar voor
personen, dieren of hun omgeving vormen.
•
Overal waar er een kans op de aanwezigheid van kinderen zonder toezicht bestaat die niet op de hoogte
zijn van de gevaren van elektrische afrasteringen, is het aan te raden om tussen het schrikdraadapparaat
en de afrastering in de betre
ff
ende zone een begrenzing aan te sluiten met een weerstand van niet
minder dan 500 ohm om het adequate nominale vermogen te beperken.
•
Dit apparaat en de hierop aangesloten afrastering is niet bedoeld voor het gebruik zonder toezicht door
jonge kinderen of handelingonbekwame personen. Buiten het bereik van kinderen installeren.
•
Jonge kinderen dienen onder toezicht te staan, om er zeker van te zijn dat ze niet met het apparaat of
afrastering spelen.
•
Plaats in de buurt van de afrastering of van de aanslui ngen van het schrikdraadapparaat geen
brandbaar materiaal. Ontkoppel in jden van extreem brandgevaar het schrikdraadapparaat.
• Laat
repara e en onderhoud enkel door erkend servicepersoneel van Gallagher uitvoeren.
• Veri
fi
eer ook of er volgens uw lokale wetgeving nog speci
fi
eke regels zijn.
•
Een elektrische afrastering mag niet door twee verschillende schrikdraadapparaten gevoed worden of
door ona ankelijke afrasteringscircuits aangesloten worden op hetzelfde schrikdraadapparaat.
•
Voor elk van twee afzondelijke afrasteringen, elk gevoed door een afzonderlijk, ona ankelijk pulserend
schrikdraadapparaat, moet de afstand tussen de draden van de twee elektrische afrasteringen minimaal
2,5 m (7.5 vt) bedragen. Indien deze opening moet kunnen worden afgesloten, gebruik dan elektrisch
niet-geleidend materiaal of een geïsoleerde metalen afslui ng.
•
Gebruik in een elektrische afrastering geen prikkel- of scheermesdraad als geleider.
• Een
niet-geëlectri
fi
ceerde prikkeldraad- of scheermesdraad-afrastering mag als drager gebruikt worden
voor één of meer op afstand geplaatste elektrische afrasteringsdraden. Het dragende systeem voor deze
onder stroom staande afrasteringsdraden moeten dusdanig geconstrueerd zijn dat een minimale afstand
van 150 mm (6”) uit het ver cale vlak van de stroomvrije prikkeldraad-of scheermesafrastering wordt
bewaard. De prikkel- en scheermesafrastering moeten op regelma ge afstanden geaard worden.
•
Houd u betre
ff
ende de aarding aan de aanbevelingen van de producent van het schrikdraadapparaat.
•
Installeer geen aardingssyteem (massa) voor uw afrastering binnen 10 m afstand (33 vt) vanaf enig ander
aardingssysteem die door nutsvoorzieningen e.d. wordt gebruikt. (veiligheids-aarde e.d.)
•
Behalve bij ba erij-gevoede laag-vermogen schrikdraadapparaten, moet de aardpen minimaal op een
diepte van 1 m (3 vt) in de grond gestoken worden.
•
Gebruik aanvoerkabel met hoogspanning-isola e binnen gebouwen voor een e
ff
ec eve isola e en
gebruik deze kabel ook op plaatsen waar blootliggende gegalvaniseerde draad eventueel aan corrosie
onderhevig is. Gebruik hiervoor geen kabel of snoer voor normale huishoudelijke toepassingen.
•
Ondergrondse aansluitgeleiders moeten in een mantel uit geïsoleerd materiaal worden geplaatst
of er dient kabel met hoogspanningsisola e worden gebruikt. Let erop dat er geen schade aan de
aansluitdraden kan ontstaan door het in de grond zakken van hoeven van vee of door tractorwielen.
•
Aansluitleidingen voor de afrastering mogen niet door dezelfde kabelgoot worden gevoerd waarin
netspanningskabels of communica e-of datakabels liggen.
•
Aansluitleidingen en draden van een elektrische afrastering mogen niet over bovengrondse stroom-of
communica eleidingen heen lopen.
•
Indien mogelijk moeten afrasteringen niet onder bovengrondse hoogspanningsleidingen aangelegd
worden. Indien dit niet kan worden vermeden, dan dient de afrastering de bovengrondse leiding zo
haaks mogelijk te kruisen.
•
Indien aansluitkabels en draden van een elektrische afrastering in de buurt van bovengrondse
lichtnetleidingen worden geïnstalleerd, dan mogen de onderlinge afstanden niet kleiner zijn dan wat
hieronder wordt aangegeven:
Summary of Contents for B20
Page 4: ......