INSTALLATIE
Fysieke installatie
35
INSTALLATIE
Fysieke installatie
1.
Plaats de pomp op een vlak oppervlak
•
Plaats de bijgesloten rubberen voeten aan de onderkant van het
reservoir.
•
Zorg ervoor dat de ondergrond het gecombineerde gewicht van
de pomp en het gevulde waterreservoir kan dragen.
2. De pomp kan tevens worden gemonteerd op een muur of aan de
zijkant van een airconditioner of oven, met behulp van de bijgesloten
montagebeugel. Het reservoir heeft een bevestigingssleuf aan beide
zijden, zodat hij naar wens kan worden geplaatst.
3. Pompen met een antitranspiratiekoker hebben een andere beugel,
maar de montagegaten zitten op dezelfde plaats en de beugels zijn onderling verwisselbaar.
4. Zorg ervoor dat de pomp waterpas staat en dat de inlaat zich onder de spoelafvoer bevindt.
Leidingaansluitingen
Sluit de inlaat- en uitlaatslangen als volgt aan:
1.
Snijd de uiteinden van de leiding(en) van de
afvoer van de verdamper of oven in een hoek
van 45° zoals wordt getoond, om te voor
-
komen dat de leidingen worden afgedicht
wanneer ze tegen de bodem van het reser
-
voir komen.
2. Aan de pomp kunnen maximaal drie afvoer
-
leidingen worden bevestigd. U moet er ech
-
ter voor zorgen dat de totale instroom de
nominale uitvoercapaciteit van de pomp niet overschrijdt om overlopen te voorkomen. Leid de afvoerleiding(en) naar
beneden en steek ze 2,5 tot 7,5 cm diep in een of meer pompinlaatopeningen, zodat de vlotter niet wordt gehinderd. Sluit
ongebruikte openingen af met de bijgeleverde doppen.
3. Plaats de afvoerslang of -leiding op de afvoerregelklep en maak ze vast met de slangklem (niet meegeleverd).
•
Gebruik een slang of leiding met een maximale binnendiameter van 3/8" om overmatige terugstroming naar de
pomp te verhinderen.
•
Controleer of de regelklep stevig is bevestigd.
4. Leid de afvoerslang of leiding van de pomp zo ver als nodig recht omhoog.
•
Leid ze niet hoger dan 75% van de totale dynamische capaciteit van de pomp.
5. Vanaf het hoogste punt laat u de persleiding lichtjes afhellen tot net boven de afvoerruimte. Vervolgens leidt u ze neer
-
waarts naar een geschikt afvoerkanaal op een punt lager dan of ongeveer gelijk met de onderkant van de pomp, indien
mogelijk. Zo creëert u een overhevelend effect, wat de pomp efficiënter zal maken.
6. Als het niet mogelijk is om de persleiding te laten afhellen, maak dan een omgekeerde 'U'-sifon vlak boven de pomp op
het hoogste punt.
Elektrische aansluitingen
Het netsnoer moet worden aangesloten op een constante energiebron die overeenkomt met de spanning die is opgegeven op
het typeplaatje van de pomp.
•
De pomp moet worden aangesloten op of verbonden met haar eigen circuit, zonder dat dit circuit andere elektrische stop
-
contacten of appar
-
atuur bevat. Sluit ze niet aan op een ventilator of een ander apparaat dat met tussenpozen draait.
•
De zekeringen of stroomonderbreker moeten voldoende capaciteit hebben in het elektrisch circuit.
•
Sluit de pomp aan op een circuit dat is uitgerust met een aardlekschakelaar als dit wettelijk is vereist.
Sommige modellen worden geleverd met een gestript kabeluiteinde. Stroomaansluitingen moeten in een aansluit
-
doos geb
-
euren en moeten voldoen aan de National Electrical Code. Draden krijgen de volgende kleurcode:
•
Groen/geel = aarde; bruin = leiding; blauw = leiding (230 V) of nulleider (115 V)
BELANGRIJK:
Het netsnoer mag niet worden vervangen. Bij schade moet de volledige pomp worden vervangen.
1
2
3
4
5
6
2
2