VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Voordat u aan de slag gaat
34
Risico op ernstig letsel of overlijden
wegens elektrische schokken.
•
Om het risico op elektrische schokken te verminderen, moet u de
stroomtoevoer uitschakelen voordat u aan of rond het systeem
werkt. Er is mogelijk meer dan één hoofdschakelaar nodig om de
apparatuur spanningsloos te maken alvorens ze te onderhouden.
•
Bedraad het pompsysteem voor een correcte spanning.
•
Zorg ervoor dat deze pomp is aangesloten op een circuit dat is
uitgerust met een aardlekschakelaar als dit wettelijk is vereist.
•
Test de stopcontacten met een digitale multimeter om te contr
-
oleren of de voedings, nul- en aarddraden correct zijn aang
-
esloten. Indien dat niet het geval is, moet een erkende elektricien
het probleem verhelpen.
•
Sommige pompen worden geleverd met een aardleiding en een
geaarde stekker. Om het risico op elektrische schokken te ver
-
minderen, moet u ervoor zorgen dat deze uitsluitend in een cor
-
rect geaard stopcontact wordt gestoken. Verwijder nooit de
aardingspen uit de stekker. De aardingspen dient om de pomp te
aarden en eventuele elektrische schokken te helpen voorkomen.
•
Sommige pompen worden geleverd met looddraden en dienen
te worden bedraad met behulp van een aansluitdoos of een
andere goedgekeurde behuizing. De pompen zijn uitgerust met
een aardingsaansluiting. Om het risico op elektrische schokken
te verminderen, moet u controleren of ze correct is aangesloten
op de aarding.
•
Bij een bedradingsinstallatie van 230 V gelijkstroom, staat een
kant van de leiding die naar de pomp loopt constant onder span
-
ning, los van het feit of de vloeistofniveauregelschakelaar open
of gesloten is. Om de veiligheid te waarborgen tijdens de instal
-
latie of het onderhoud, moet u een dubbelpolige veiligheidss
-
chakelaar in de buurt van de pompinstallatie installeren.
•
Het flexibele mantelsnoer dat aan de pomp is bevestigd, mag op
geen enkele manier worden gewijzigd, met uitzondering van het
inkorten van het snoer om in een bedieningspaneel te passen.
Alle aftakkingen tussen de pomp en het bedieningspaneel
moeten in een aansluitdoos gebeuren en voldoen aan de
National Electrical Code (NEC).
•
Raadpleeg voorafgaand aan de installatie de lokale elektrische
en bouwvoorschriften. De installatie moet in overeenstemming
zijn met deze reg
-
els en met de meest recente National Electrical
Code (NEC) en de Occupational Safety and Health Act (OSHA).
•
Gebruik het netsnoer niet om de pomp op te tillen.
•
Gebruik geen verlengkabel.
•
De pomp dient uitsluitend te worden gebruikt met vloeistoffen
die compatibel zijn met het materiaal van de pomponderdelen.
Als de pomp wordt gebruikt met vloeistoffen die niet compatibel
zijn met de pomponderdelen, kan de vloeistof het elektrisch iso
-
latiesysteem beschadigen, w
-
at elektrische schokken kan veroor
-
zaken.
Risico op lichamelijk letsel, elek
-
trische schokken of apparatuur
-
schade.
•
Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door kinderen of
personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of mentale
capaciteiten, noch door personen met een gebrek
-
aan ervaring
en expertise, tenzij ze onder toezicht staan of worden geïn
-
strueerd. Kinderen mogen de apparatuur niet gebruiken en
evenmin met de pomp of in de naaste omgeving van de pomp
spelen.
•
De apparatuur kan automatisch worden ingeschakeld. Voer de
lockout-tagout-procedure uit alvorens de apparatuur een onder
-
houdsbeurt te geven.
•
Een niet werkende of defecte pomp kan leiden tot overstroming,
wat lichamelijk letsel of materiële schade kan veroorzaken.
•
Om deze apparatuur te bedienen, moet u de uitvoerige instal
-
latie- en bedieningsinstructies doornemen die in deze handleid
-
ing worden verstrekt. Lees de volledige handleiding voordat u de
apparatuur installeert en bedient. De eindgebruiker moet de
handleiding ontvangen en bewaren voor toekomstig gebruik.
•
Houd veiligheidslabels schoon en in goede staat.
•
Zorg voor een schone, nette en goed verlichte werkomgeving.
•
Draag een veiligheidsbril wanneer u de pomp installeert of een
onderhouds
-
beurt verricht.
Risico op schade aan de pomp of andere
apparatuur.
•
Voordat u de pomp installeert, moet u de airconditioner ev
-
en
laten draaien, waarbij condensaat in een aparte houder wordt
verzameld om eventuele residuoliën die in het systeem achterbli
-
jven weg te spoelen. Als het systeem niet wordt gespoeld, kun
-
nen de onderdelen van de pomp en de afvoerleiding beschadigd
raken.
•
Wanneer u in de buurt van een gasoven werkt, moet ervoor
worden gezorgd dat de zuurtegraad van het condensaat niet
onder de gemiddelde pH van 3,4 daalt (om te voorkomen dat
een plaatselijke zuurophoping als een batterij zou fungeren en zo
putcorrosie veroorzaakt) door het reservoir routinematig te rein
-
igen of te spoelen met schoon water.
•
De pomp en de leidingen moeten worden ondersteund tijdens de
montage en installatie. Zo niet kunnen de leidingen kapotgaan,
kan er een pompstoring optreden, kunnen de motorlagers
defecten vertonen, enz.
•
Installeer de pomp niet op een plaats waar ze wordt blootgesteld
aan gespat of gesproei.
•
Inspecteer de pomp- en systeemonderdelen op periodieke wijze.
Controleer regelmatig of de slangen niet beschadigd of versleten
zijn om zeker te zijn van veilige aansluitingen.
•
Plan en verricht routineuze onderhoudsbeurten volgens de
onderhoudsrubriek van deze handleiding.
•
De pomp is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
•
Gebruik deze pomp niet in luchtruimtes.