60
❐
Zorg voor voldoende pauzes, tussen de trainingseenheden.
❐
Draag geschikte kleding om te trainen (bijv. een trainingspak). Het is belangrijk dat de
kleding comfortabel en luchtdoorlatend is.
❐
Train nooit met een volle maag. Consumeer ongeveer een uur voor en na de training
geen maaltijden.
❐
Verwondingsgevaar! Train niet als u al moe en uitgeput bent.
❐
Denk er steeds aan dat het lichaam bij een sportieve activiteit vloeistof nodig heeft. U
moet deze behoefte ook invullen.
❐
Doe voor het begin van de training altijd opwarmingsoefeningen (zie hoofdstuk “Voor de
training”), zodat het verwondingsrisico wordt geminimaliseerd.
❐
Doe altijd stretchoefeningen na elke training (zie hoofdstuk “Na de training”), om de
bloedsomloop langzaam op een normaal niveau te brengen.
• Denk er steeds opnieuw aan dat de training voor uw gezondheid van groot nut
kan zijn als u de belangrijkste regels in acht neemt. Het gaat er niet om snel een
paar oefeningen te doen, maar om op lange termijn en regelmatig te trainen.
• Als u de moeilijkheidsgraad wilt opdrijven, kunt u de neigingshoek van het
hoofdframe verstellen.
1. Monteer het apparaat (zie hoofdstuk “Voor ingebruikname”, afdeling “Apparaat monte-
ren”).
2. Leg een batterij in de trainingscomputer (zie hoofdstuk “Voor ingebruikname”, afdeling
“Batterijen plaatsen/vervangen”).
3. Zet de standvoet op, als dit nog niet is gebeurd, en plaats het apparaat op een geschikte
plaats. Zorg ervoor dat de standvoet veilig is vastgeklikt, alvorens u op het apparaat te
begeven.
4. Stel de trainingscomputer, zoals beschreven in het hoofdstuk “Trainingscomputer bedie-
nen”, in.
5. Stel de neigingshoek van de standvoet in en vergrendel hem met de veiligheidspin.
Let
op: Hoe steiler de neigingshoek, des te moeilijker de training. Beginners ra-
den we aan een vlakke neigingshoek in te stellen en de moeilijkheid geleidelijk
aan op te drijven.
6. Kniel neer op de kniekussens, ga met beide armen op
de beklede armsteunen steunen en houd u vast aan de
handgrepen.