18
NL
Accessoires van een onjuiste grootte kunnen
niet voldoende worden beschermd of geregeld.
f)
Inzetgereedschappen met
schroefdraadinzetstuk moeten nauwkeurig
op de schroefdraad van de uitgaande as
passen. De gatdiameter van met een flens
gemonteerde inzetgereedschappen moet
passen bij de opnamediameter van de flens.
Inzetgereedschappen die niet nauwkeurig
op het elektrische gereedschap bevestigd
worden, draaien ongelijkmatig, trillen sterk en
kunnen tot verlies van de controle leiden.
g)
Gebruik geen beschadigde accessoires.
Controleer vóór elk gebruik accessoires
zoals slijpschijven op afbrokkelingen en
scheuren, steunschijven op scheuren,
inkepingen en overmatige slijtage,
staalborstels op losse of gescheurde
draden. Als de powertool of het
accessoire valt, inspecteer deze dan op
schade of monteer een onbeschadigd
accessoire. Nadat u het accessoire hebt
geïnspecteerd en gemonteerd, moet u
uzelf en omstanders uit de lijn van het
roterende accessoire plaatsen en de
powertool gedurende één minuut onbelast
met een maximaal toerental laten draaien.
Beschadigde accessoires zullen normaliter
breken tijdens deze testduur.
h)
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen.
Gebruik, afhankelijk van de toepassing,
een gelaatscherm of veiligheidsbril.
Draag al naargelang de omstandigheden
een stofmasker, gehoorbescherming,
handschoenen en een werkplaatsschort
dat alle kleine slijp- en werkstukfragmenten
kan tegenhouden.
De oogbescherming
moet bescherming kunnen bieden tegen
rondvliegende rommel die door diverse
werkzaamheden ontstaat. Het stofmasker
of ademtoestel moet in staat om deeltjes te
filtreren die ontstaan door uw werkzaamheden.
Langdurige blootstelling aan hard geluid kan
uw gehoor beschadigen.
i)
Houd omstanders op veilige afstand
van het werkgebied. Iedereen die het
werkgebied betreedt, moet persoonlijke
beschermingsmiddelen dragen.
Fragmenten
van een werkstuk of een gebroken accessoire
kunnen uit het werkgebied wegvliegen en letsel
veroorzaken.
j)
Houd de powertool alleen vast aan de
geïsoleerde handgrepen, omdat het
snijhulpstuk in contact kan komen met niet
zichtbare bedrading of met het netsnoer
van de machine.
Wanneer het snijhulpstuk een onder spanning
staande kabel raakt, kunnen de metalen delen
van de machine onder spanning komen te
staan, waardoor de gebruiker een elektrische
schok kan krijgen.
k)
Houd het netsnoer uit de buurt van
het draaiende accessoire.
Als u de
controle verliest, wordt het snoer mogelijk
doorgesneden of scheurt het, of raakt
het verstrikt en kan uw hand of arm in het
draaiende accessoire worden getrokken.
l)
Leg de powertool nooit neer voordat
het accessoire volledig tot stilstand is
gekomen.
Als u dit nalaat, kan het draaiende
accessoire het oppervlak aangrijpen waardoor
u de controle verliest over de powertool.
m)
Laat de powertool niet ingeschakeld terwijl
u deze aan uw zijde draagt.
Als u per ongeluk
contact maakt met het draaiende accessoire,
kan het verstrikt raken in uw kleding, waardoor
het accessoire in uw lichaam wordt getrokken.
n)
Reinig de luchtgaten van de powertool
regelmatig.
De ventilator van de motor trekt
de stof tot in de behuizing en bovenmatige
opeenhoping van metaalpoeder kan
elektrische gevaren veroorzaken.
o)
Gebruik de powertool niet in de buurt van
ontvlambare materialen.
Vonken kunnen
deze materialen doen ontbranden.
p)
Gebruik geen accessoires die koelvloei-
stoffen vereisen.
Gebruik van water of andere
koelvloeistoffen kan leiden tot elektrocutie of
schokken.
Terugslag en hieraan gerelateerde
waarschuwingen
Terugslag is een plotselinge reactie op een
vastgelopen of vastgeklemde draaiende schijf,
steunschijf, borstel of ander accessoire. Als het
accessoire vastloopt of vastgeklemd raakt, komt
het accessoire plots tot stilstand, wat op zijn beurt
tot gevolg heeft dat de powertool in de richting
wordt geforceerd die tegengesteld is aan de rotatie
van het accessoire op het contactpunt.
Als een slijpschijf bijvoorbeeld in het werkstuk
vastloopt of vastgeklemd raakt, kan de rand van de
Summary of Contents for AGM1110P
Page 2: ...2 Fig B Fig A 8 13 9 10 11 12 14 1 2 3...
Page 3: ...30 40 o 3 Fig C Fig D...
Page 120: ...120 BG a b c d e f g h...
Page 121: ...121 BG i j k l m n o p a b c...
Page 122: ...122 BG d e a b c d e f a b c d...
Page 125: ...125 BG 10 8 1 11 12 3 2 2 C 30 40 D 4 3 BS 1363 7A...
Page 126: ...126 BG N L 2012 19...
Page 128: ...128 EL...
Page 129: ...129 EL...
Page 130: ...130 EL II...
Page 133: ...133 EL D 4 3 BS 1363 13A N L...
Page 135: ...135 AR...
Page 138: ...138 AR 04 03 4 BS 1363 7A N L EC 2012 19...
Page 140: ...140 MK e f g 1 min h i j k l m n o p...
Page 141: ...141 MK a b c d e a b c d e f a b c...
Page 144: ...144 MK C 30 40 D 4 3 BS 1363 7A N L...
Page 153: ...153 Exploded view AGM1110P AGM1111P AGM1112P AGM1113P AGM1114P AGM1115P...
Page 154: ...154...
Page 156: ...WWW FERM COM 2019 FERM 1911 05...