5.1 “V” MODUS (VOLTMETERMODUS)
:
EEN SPANNING METEN
Herinnering: de DX.V12 mag uitsluitend gebruikt worden op voertuigen met een 12 V of 24 V kring. Nooit
gebruiken op een kring met een spanning boven 49 V.
• Druk op de toets V om de V-modus te selecteren.
• Sluit het testsnoer aan op de klem van de DX.V12.
• Sluit het testsnoer aan op de kring waarvan u de spanning
wilt meten. De DX.V12 geeft de spanningswaarde aan in
volt.
N.B.
: Gebruik bij voorkeur krokodilklemmen om de punten aan te raken, om een
beter resultaat te verkrijgen.
5,2 “V” MODUS (VOLTMETERMODUS): LIJNTEST
De lijntest vergelijkt de “normale” spanningsmeting zonder lading met de spanning
met een lading. Als het verschil tussen de 2 spanningswaarden te groot is, betekent
dit dat er een probleem op de lijn is. Het kan een connector of een schakelaar
betreffen die een serieweerstand in de kring brengt. Een lijnspanning met een se-
rieweerstand vermindert wanneer er een lading wordt toegepast (lampen, ventilator,
enz.).
•
Meet de spanning zoals beschreven in punt 5.1.
•
Wanneer de spanningswaarde gestabiliseerd is, drukt u op de toets “Line
Test”.
Als de lijn in orde is, wordt de waarde in groen
weergegeven.
In geval van een storing, wordt de waarde in rood
weergegeven met een alarm.
Als de melding “hot” wordt weergegeven wanneer u op de toets “line test”
drukt, is er sprake van een te hoge temperatuur. Wacht tot de kring afkoelt,
alvorens een andere meting uit te voeren.
5,3 “V” MODUS (VOLTMETERMODUS): PWM-DETECTOR
Sommige aandrijvers worden gestuurd door PWM-signalen (Pulse
Width Modulation) De meeste TURBO uitlaten, smoorklepopenin-
gen en EGR-kleppen worden gestuurd door PWM-signalen.