2
3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Werken met boomstamzaagmachines is niet zonder gevaar. Om dit gevaar zo
klein mogelijk te maken hebben wij enkele veiligheidsmaatregelen opgesteld.
Volg deze aanwijzingen
altijd
op en besef steeds goed waarmee u bezig bent.
Op die manier kunt u veel ongelukken vermijden.
•
De machine mag slecht door één persoon tegelijk worden bediend.
•
Let erop dat anderen, die de boomstamzager gebruiken, deze handleiding
aandachtig hebben doorgelezen en de nodige voorzorgsmaatregelen hebben
genomen.
•
Het apparaat mag alleen door volwassen personen worden bediend.
•
Houd kinderen en bezoekers uit de buurt van de machine tijdens gebruik.
•
Draag geen wijde, loshangende kleding die in de bewegende delen vast kan
komen te zitten. Draag tijdens gebruik een veiligheidsbril en
veiligheidsschoenen en bedek lang haar met een haarnet om te voorkomen dat
het haar in de machine vast komt te zitten.
•
Gebruik de boomstamzaagmachine
niet
in een natte of vochtige omgeving en
stel de machine niet bloot aan regen of sneeuw.
•
Plaats de machine op een vlakke en droge vloer van voldoende draagkracht.
Houd de vloer schoon en opgeruimd en zorg voor voldoende verlichting.
•
Laat de machine
nooit
onbeheerd draaien. Indien u bij de machine weg moet,
al is het maar voor even, altijd de stekker uit het stopcontact trekken om
ongelukken te voorkomen.
•
Gebruik geen alcohol, drugs of medicijnen als u de boomstamzager gaat
bedienen. Ook indien u vermoeid bent, is het af te raden om met de machine te
werken. Voor uw eigen veiligheid is het belangrijk om helder en fit te zijn
wanneer u het apparaat bedient.
•
Gebruik de machine
niet
in een omgeving waar gas, benzine of andere
ontvlambare stoffen aanwezig zijn.
•
Controleer of de elektrische installatie goed gezekerd is en of deze
overeenkomt met het vermogen, het voltage en de frequentie van de motor.
Controleer of de elektrische installatie geaard is en of er een aardlekschakelaar
in de meterkast zit. Zorg ervoor dat u de metalen pennen van de stekker niet
met de vingers aanraakt als u de stekker in het stopcontact steekt of eruit trekt.
•
Gebruik verlengkabels met een doorsnede van tenminste 3 x 2,5 mm². Vermijd
het gebruik van onvoldoende geïsoleerde aansluitingen. Maak bij aansluitingen
gebruik van beschermde materialen die geschikt zijn voor gebruik in de
openlucht. Gebruik geen verlengkabels die langer zijn dan 10 meter; door een
te lange kabel kan het voltage verminderen waardoor de motor niet op vol
vermogen kan komen.
•
Open
nooit
de schakelkast op de motor: alleen een erkende vakman mag deze
openmaken.
•
De machine en de kabel mogen
nooit
met water in contact komen.
•
Wees voorzichtig met de stroomkabel. Trek niet aan de stroomkabel om de
machine te verplaatsen of de stekker uit het stopcontact te halen. Houd de
kabel uit de buurt van buitengewone hitte, olie en scherpe objecten.