52
53
8.11.2
Met de UP-toets kan de normale display-instelling
bij optische en contactmetingen gekozen worden.
8.11.3
Met de DOWN-toets kan de omkeerfunctie geko-
zen worden. Daarbij worden belangrijke pictogram-
men 180° gedraaid weergegeven, zodat ook metin-
gen onder moeilijke omstandigheden geen pro-
bleem vormen.
8.8.2
Om een optische toerentalmeting uit te voeren,
moet de lichtstraal op de reflector gericht worden.
Houd de meettoets ingedrukt. Het apparaat telt nu
alle omwentelingen (impulsen) tot de meettoets
losgelaten wordt. Na loslaten van de meettoets
wordt het toerental 1 minuut lang aangegeven.
8.8.3
Om een contactmeting uit te voeren, moet de con
tactadapter op het apparaat en de meetpen op het
uiteinde van de machine-as bevestigd worden,
zodat het toerental gemeten kan worden.
8.9
Afstandsmeting in meters, feet en yard
8.9.1
Kies een lengte-eenheid en druk het meetwiel op
het bewegende vlak. Houd de meettoets in positie
AAN ingedrukt, om de meetprocedure te starten.
Het apparaat meet de afgelegde afstand zolang tot
de meettoets losgelaten wordt.
8.9.2
Met de programma-toets kunt u de vastgestelde
meetwaarde in meters, feet en yards laten aange-
ven. Het apparaat rekent de waarde automatisch
om in de betreffende maateenheid.
Aanwijzing: de meetwaarden worden steeds in de
oorspronkelijk ingestelde maateenheid (b.v. meter)
opgeslagen.
8.10
Tijdintervalmeting (int)
8.10.1
Kies de int-meetmodus via de meetmodusinstelling.
8.10.2
In de int-modus wordt de tijd tussen de door het
optisch systeem (of door de contactadapter) gege-
ven impulsen gemeten.
8.10.3
Daarbij meet het apparaat optisch de tijd (in secon-
den) die tussen de afzonderlijke impulsen verstrijkt.
De tijdintervalmeting is b.v. handig, om machinecy-
clustijden in te stellen.
8.10.4
De tijdintervallen worden daarbij in seconden per
omwenteling gemeten en komen overeen met de
cyclustijd.
8.10.5
De tijdintervalmeting maakt ook de meting van zeer
geringe snelheden mogelijk (beneden 3 omw/min).
8.11
Uitrichting en omkeren van display in alle meetmodi
8.11.1
Het apparaat kan 180° gedraaid worden, zodat b.v.
de lichtstraal naar beneden in de machine gericht is.
In dit geval kan de omkeerfunctie gebruikt worden,
zodat de waarden gemakkelijk afgelezen kunnen
worden.
Aanwijzingen voor gebruik
Let vóór inbedrijfstelling erop, dat de contactadapter vrij kan
draaien. Het contact mag nooit langer dan 10 seconden
bestaan.
Batterijen verwisselen
Gebruik uitsluitend AAA-batterijen van het type Duracell
"Procell”. Het batterijvakdeksel mag alleen in ongevaarlijke
bereiken geopend worden. Voor het openen van het batterij-
vakdeksel moet eerst de bevestigingsschroef met een spe-
ciaal gereedschap zo ver losgedraaid worden tot deze vrij
gedraaid kan worden.
Het gaat om een schroef die niet kwijt kan raken; probeer
daarom nooit, deze helemaal eruit te schroeven. Zodra de
schroef losgedraaid werd, kan het batterijvakdeksel met de
duim teruggeschoven en vervolgens opgetild worden. Let bij
het plaatsen van de nieuwe batterijen op de juiste poling.
Plaats het batterijvakdeksel weer terug en trek de bevesti-
gingsschroef naar boven, zodat deze onder niet blijft vastzit-
ten. Schuif het batterijvakdeksel nu weer terug tot het hoor-
baar vastklikt. Draai de bevestigingsschroef vast. Het appa-
raat is nu weer gereed voor gebruik.
BAL Ex-Tacho 10-105x235 20.08.2003 15:21 Uhr Seite 52