EBARA EVMS 1, Operating And Maintenance Manual

Page: 60 / 100

60
NL
en produceert abnormale geluiden
Motorlagers versleten De lagers vervangen
Vreemde voorwerpen tussen
vaste en roterende delen
- De pomp demonteren en reinigen
- Hiervoor onze dichtstbij-zijnde
service-afdeling bellen
Pomp die in cavitatie
functioneert
Het debiet verlagen door de perszijde
te smoren. Als de cavitatie aanhoudt,
controleren:
- hoogteverschil bij inlaat
- weerstandsverliezen bij inlaat (diameter
leiding, bochtstukken, etc.)
- temperatuur vloeistof
- tegendruk aan perszijde
14.6 BIJ HET INSCHAKELEN LUKT HET DE POMP NIET EENS EEN RONDE
TE DRAAIEN OF MET MOEITE EEN HALF RONDE TE DRAAIEN,
VERVOLGENS WORDT DE AUTOMATISCHE SCHAKELAAR
GEACTIVEERD OF VERBRANDEN DE ZEKERINGEN
Kortsluiting van de motor
- Controleren en vervangen
- Bel een gespecialiseerde elektricien
Kortsluiting door verkeerde
verbinding
- Controleren en opnieuw correct verbinden
- Bel een gespecialiseerde elektricien
14.7 DE DIFFERENTIAALBEVEILIGING WORDT METEEN BIJ HET SLUITEN
VAN DE SCHAKELAAR GEACTIVEERD
Aardlek vanwege schade aan
de motorisolatie, de kabels of
andere elektrische onderdelen
- De elektrische aardingscompo-nent
controleren en vervangen
- Bel een gespecialiseerde elektricien
- Condensvorming in de motor
- Aanwezigheid van vreemde stoffen
14.8 DE POMP DRAAIT EVEN IN TEGENOVERGESTELDE RICHTING NA HET
STOPPEN.
Lekkende voetklep Controleren, reinigen of vervangen
Lekkende zuigleiding Controleren en repareren
15. BIJBEHORENDE TECHNISCHE DOCUMENTATIE
15.1 STANDAARDSPANNINGEN (AANGEGEVEN OP HET TYPEPLAATJE)
MET DE BETREFFENDE TOLERANTIES GETOOND
[kW]
Frequentie
[Hz]
Fase
[~]
UN [V] ± %
≤ 0.55
50
1 ~
230 ± 10%
60 220 ± 10%
0.37 ÷ 4.0
50
3 ~
230 Δ / 400 Y ± 10%
60
220 Δ / 380 Y - 5% /+ 10%
460 Y ± 10%
≥ 5.5
50
3 ~
400 Δ / 690 Y ± 10%
60
380 Δ - 5% /+ 10%
460 Δ ± 10%
15.2 REDUCTIEFACTOREN VOOR HET MOTORVERMOGEN
Wanneer de elektrische pomp is geïnstalleerd op een plaats waar de
omgevingstemperatuur hoger is dan 40°C en/of waarvan de hoogte meer dan
1.000 m boven zeeniveau is, wordt het vermogen dat de moter kan leveren
minder.
De bijgevoegde tabel toont de reductiefactoren op grond van de temperatuur en
de hoogte. Om oververhitting van de motor te vermijden, moet de motor door een
andere worden vervangen waarvan het nominale vermogen vermenigvuldigd met
de factor die overeenkomt met de temperatuur en de omgevingshoogte, groter is
dan of gelijk is aan dat van de standaardmotor.
De standaardmotor kan alleen worden gebruikt, als de gebruiker een verlaging
van het debiet kan accepteren, door het smoren van de perszijde totdat de
geabsorbeerde stroom wordt verlaagd tot de grootte gelijk aan de correctiefactor.
15.3 TABEL MAXIMUM-BEDRIJFSDRUK
Druk aangegeven op basis van het aantal waaiers.
T(°C)
Hoogte (m.a.s.l.)
1000 1500 2000 2500
40 1 0.96 0.94 0.90
45 0.95 0.92 0.90 0.88
50 0.92 0.90 0.87 0.85
55 0.88 0.85 0.83 0.81
60 0.83 0.82 0.80 0.77
65 0.79 0.76 0.74 0.72
Pmax
50 Hz
EVMS1 EVMS3 EVMS5 EVMS10 EVMS15
1.6 2 ÷ 26 2 ÷ 21 2 ÷ 17 2 ÷ 15 1 ÷ 11
2.5 27 ÷ 39 23 ÷ 33 19 ÷ 27 16 ÷ 23 12 ÷ 17
Pmax
50 Hz
EVMS20 EVMS32 EVMS45 EVMS64 EVMS90
1.6 1 ÷ 9 1 ÷ 7 1 ÷ 5 1 ÷ 5 1 ÷ 4
2.5 10 ÷ 16 8 ÷ 11 6 ÷ 9 6 ÷ 8 5 ÷ 6
3.0 - 12 ÷ 14 - - -
3.5 - - 10 ÷ 13 - -
Pmax
60 Hz
EVMS1 EVMS3 EVMS5 EVMS10 EVMS15
1.6 2 ÷ 18 2 ÷ 15 2 ÷ 12 1 ÷ 10 1 ÷ 7
2.5 20 ÷ 29 16 ÷ 23 13 ÷ 19 11 ÷ 16 8 ÷ 12
Pmax
60 Hz
EVMS20 EVMS32 EVMS45 EVMS64 EVMS90
1.6 1 ÷ 6 1 ÷ 5 1 ÷ 4 1 ÷ 3 1 ÷ 3
2.5 7 ÷ 10 6 ÷ 8-2 5 ÷ 6 4 ÷ 5 4
3.0 - 8-0 ÷ 10 - - -
3.5 - - 7 - -