Nederlands
montageplaat aandrukken tot tegen de wand. De inlaat-
pijp terugdrukken zodanig dat het pijpeinde gelijk ligt met
de omgezette rand van de montageplaat.
Plaats vanaf de buitenzijde het muurrooster met de daar-
aan gemonteerde trekstangen in de inlaatpijp. De trek-
stangen iets naar buiten buigen zodat deze licht klemmen
in de inlaatpijp waardoor het rooster op z’n plaats blijft.
Het merkteken “Top” boven houden bij het plaatsen van
het muurrooster. Schuif de twee bevestigingsbeugels (5)
over de trekstangen (6) en zorg er daarbij voor dat de
bevestigingsbeugels om de omgehaalde rand van de mon-
tageplaat haken. Moeren aanbrengen op de trekstangen
en handvast aandraaien. De bevestigingsbeugels op de
horizontale hartlijn van de inlaatpijp plaatsen. Zie ook de
merktekens in de montageplaat.
De geveldoorvoer met telescopische inlaatpijp
Deze is geschikt voor wanddiktes van 250 - 440 mm
zonder inkorten van de inlaatpijpdelen. Door de pijpdelen
in te korten is deze geveldoorvoer geschikt te maken
voor wanddiktes van 70 tot 250 mm. De uitlaatpijp dient
op lengte te worden gemaakt volgens tabel. De aan het
muurrooster gemonteerde trekstangen kunnen na mon-
tage van de geveldoorvoer worden ingekort.
Indien voor wanddiktes van 70 tot 250 mm de telescopi-
sche inlaatpijp wordt toegepast dienen beide pijpdelen te
worden ingekort n.l.:
• het inlaatpijpdeel aan de muurroosterzijde gelijk aan de
wanddikte
• het pijpdeel aan de toestelzijde op een lengte = de wand-
dikte - 20 mm.
LET OP: de pijpdelen niet afknippen aan de zijde waar
de bevestigingsbeugeltjes zijn aangebracht.
Installatie van de geveldoorvoer met telesco-
pische inlaatpijp (fig. 3)
Breng het muurrooster met de daaraan gemonteerde
inlaatpijphelft van buitenaf in de gemaakte muuropening
met “Top” naar boven bij het plaatsen van het muur-
rooster. Schuif de andere helft van de inlaatpijp door de
montageplaat (2) en zorg daarbij dat de ingelaste beves-
tigingsbeugels (5) op de horizontale hartlijn liggen (zie
de merktekens in de montageplaat) en om de omgezette
montageplaatrand haken.
Breng de afdichtring (3) en de muurring (4) aan om de
inlaatpijp helft (Zie de figuur voor de juiste volgorde).
Neem het geheel en schuif de inlaatpijp helft van bin-
nenuit door de gemaakte muuropening in het reeds
aangebrachte inlaatpijp deel. Zorg daarbij dat de twee
trekstangen (6) door de bevestigingsbeugels (5) steken.
De montageplaat aandrukken tot tegen de wand. Breng
de moeren aan op de trekstangen (6) en zet deze tegen
de bevestigingsbeugels (5) handvast.
INSTALLATIE VOORSCHRIFT
Tabel 1
Type
A B D E F K M R S T U Y
NL 31-01
757
339
232
ø 230
167
3/8”
280 Ø210 Ø110 255 79 364
STYLE 31-01
805
390
230
ø 230
192
3/8”
280 Ø210 Ø110 255 79 364
NL51-01
1228
386
289
ø 230
183
3/8”
280 Ø210 Ø110 255 80 401
3
NL 31-01 / N 51-01 / STYLE 31-01
fig. 1
fig. 2