NEDERLANDS
41
Alleen opladen tussen 4°C en 40°C.
Denk aan het milieu wanneer u de
accuset weggooit.
Verbrand de NiMH-, NiCd+- en
Li-Ion-accusets niet.
Laadt NiMH- en NiCd-accusets op.
Laadt Li-Ion-accusets op.
Zie
Technische gegevens
voor de
oplaadtijd.
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Batterijlader
1 Gebruiksaanwijzing
OPMERKING
: Bij de N-modellen worden geen
accu’s, laders en gereedschapskoffers geleverd.
• Controleer of het gereedschap, de onderdelen
of accessoires mogelijk zijn beschadigd tijdens
het transport.
• Neem de tijd om deze handleiding grondig door
te lezen en te begrijpen voordat u de apparatuur
gebruikt.
POSITIE VAN DATUMCODE
De datumcode, die ook
het jaar van fabricage bevat,
staat onder op de behuizing onder het typeplaatje!
Voorbeeld:
2014 XX XX
Fabricagejaar
Laders
Lees alle veiligheidsinstructies goed door voordat u
uw lader gebruikt.
Laadprocedure (afb. 1)
GEVAAR:
Elektrocutiegevaar. Er is
230 volt aanwezig op laadstations. Niet
sonderen met geleidende voorwerpen.
Risico op elektrische schok of
elektrocutie.
1. Sluit de lader aan op een geschikt stopcontact
voordat u de accuset erin plaatst.
2. Plaats de accuset in de lader. Het rode (oplaad-)
lampje zal doorlopend knipperen om aan te
geven dat het oplaadproces begonnen is.
3. Als het rode AAN-lampje continu blijft branden,
is het opladen voltooid. De accu is volledig
opgeladen en mag onmiddellijk worden gebruikt
of in de lader blijven.
Oplaadproces
Raadpleeg de onderstaande tabel voor het
oplaadstadium van de accuset.
Oplaadstadium
bezig met opladen
– – – – – –
volledig
opgeladen
–––––––––––
hete/koude accuvertraging
––– – ––– –
accuset
vervangen
•••••••••••
probleem
•• •• •• ••
Automatische verversing
De automatische verversingsmodus zal de
individuele cellen in de accuset gelijkschakelen of
balanceren op het piekvermogen van de accu.
De accuset dient wekelijks bijgeladen te worden,
of wanneer de accu niet langer de gebruikelijke
capaciteit levert.
Om de accuset bij te laden, plaatst u de accu op de
gebruikelijke manier in de lader. Laat de accuset ten
minste 8 uur in de lader.
Hete/koude accuvertraging
Als de lader een accu detecteert die te heet of te
koud is, start de lader automatisch een hete/koude
accuvertraging, waarbij het opladen vertraagd wordt
totdat de accu een geschikte temperatuur heeft
bereikt. De lader schakelt dan automatisch over op
de acculaadmodus. Hiermee wordt een maximale
levensduur van de accu gegarandeerd.
BESCHERMING TEGEN VOLLEDIGE ONTLADING
Wanneer de accuset zich in het werktuig bevindt, is
deze beschermd tegen volledige ontlading
Aanbevelingen ten aanzien van
opslag
1. Accu en lader kunnen het beste opgeborgen
worden op een koele, droge plek. Vermijd direct
zonlicht en extreme hitte of kou.
2. Langdurige opslag is niet schadelijk voor
de accuset of lader. Onder de geschikte
omstandigheden kunnen ze minimaal vijf jaar
bewaard worden.