NEDERLANDS
85
g)
Gebruik het elektrische werktuig,
hulpstukken e.d. overeenkomstig deze
instructies en houd daarbij rekening met
de werkomstandigheden en het uit te
voeren werk.
Het gebruik van het elektrische
werktuig voor handelingen die afwijken van
die waarvoor het werktuig bedoeld is, zou
een gevaarlijke situatie tot gevolg kunnen
hebben.
5) GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN WERKTUIGEN OP ACCU
a)
Herlaad alleen met de lader die wordt
vermeld door de fabrikant.
Een lader die
geschikt is voor een bepaalde soort accuset
kan leiden tot een brandrisico als deze lader
wordt gebruikt met een andere accuset.
b)
Gebruik elektrische werktuigen alleen met
speciaal daarvoor bestemde accusets.
Gebruik van een andere accuset kan een
risico op verwondingen en brand tot gevolg
hebben.
c)
Wanneer de accu niet wordt gebruikt,
houd die dan uit de buurt van andere
metalen voorwerpen, zoals paperclips,
munten, sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen die
een verbinding kunnen maken van de
ene pool naar de andere.
Het kortsluiten
van de polen van de batterij kan leiden tot
brandwonden of brand.
d)
Wanneer de accu onjuist wordt gebruikt,
kan vloeistof uit de accu weglekken.
Vermijd contact met deze vloeistof. Als er
per ongeluk contact ontstaat, spoel dan
af met water. Raadpleeg een arts wanneer
de vloeistof in contact komt met de ogen.
Vloeistof die uit de accu lekt, kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
6) SERVICE
a)
Laat uw elektrische werktuig onderhouden
door een erkende onderhoudsmonteur die
alleen identieke vervangingsonderdelen
gebruik
t.
Hiermee wordt de veiligheid van
het elektrische werktuig gewaarborgd.
Aanvullende veiligheidsinstructies
voor reciprozagen
•
Houd het gereedschap alleen vast aan
geïsoleerde oppervlakken als u een
handeling uitvoert waarbij het accessoire
van het zaaggereedschap in contact
kan komen met verborgen bedrading.
Accessoires van zaaggereedschap die in
contact komen met bedrading die onder
stroom staat, zullen metalen onderdelen van
het gereedschap onder stroom zetten en de
gebruiker een elektrische schok geven.
•
Draag ALTIJD een stofmasker.
Blootstelling aan stofdeeltjes kan leiden tot
ademhalingsmoeilijkheden en mogelijke letsels.
• Zet het werktuig
NOOIT
aan als het zaagblad is
vastgelopen in het werkstuk of in contact is met
het materiaal.
• Houd uw handen uit de buurt van
bewegende delen.
Plaats uw handen nooit in
de buurt van het zaaggebied.
•
Wees extra voorzichtig als u boven uw
hoofd zaagt en controleer goed of er geen
verborgen draden zijn.
Kijk van te voren waar
de takken en dergelijke kunnen vallen.
•
Gebruik dit werktuig niet te lang achter
elkaar.
Door de trilling die wordt veroorzaakt
door de werking van dit werktuig kunnen
er permanente verwondingen aan vingers,
handen en armen worden veroorzaakt. Gebruik
handschoenen voor extra isolatie, neem vaak
rust en beperk de dagelijkse gebruikstijd.
AAN- EN UITZETTEN
• Probeer na het uitzetten nooit het zaagblad met
uw vingers te stoppen.
• Zet de zaag nooit neer op een tafel of werkbank
tenzij deze uitgezet is. Het zaagblad zal kort
blijven lopen nadat het werktuig is uitgezet.
TIJDENS HET ZAGEN
• Als u zaagbladen gebruikt die speciaal zijn
ontworpen om hout mee te zagen, verwijdert u
eerst alle spijkers en metalen voorwerpen uit het
werkstuk voordat u begint.
• Gebruik, indien mogelijk, altijd klemmen of een
bankschroef om uw werkstuk vast te zetten.
• Probeer geen extreem kleine werkstukken te
zagen.
• Buig niet te ver naar voren. Zorg dat u
altijd stevig staat, in het bijzonder op
steigerconstructies en ladders.
• Houd de zaag altijd met beide handen vast.
• Om hoeken in de diepte te zagen, gebruikt u
een aangepast zaagblad.
HET ZAAGBLAD CONTROLEREN EN VERVANGEN
• Gebruik alleen zaagbladen conform
de specificaties die zijn vervat in deze
gebruiksaanwijzing.
• Er mogen alleen scherpe zaagbladen in perfecte
werkconditie worden gebruikt; gebarsten of
verbogen zaagbladen moeten onmiddellijk
worden weggegooid en vervangen.
• Zorg dat het zaagblad goed is vastgezet.
Summary of Contents for DCS387
Page 1: ...DCS387 ...
Page 3: ...1 Figure 1 b e d c a f h g Figure 3 Figure 2 f a b Figure 4 f i g ...
Page 4: ...2 Figure 7 Figure 5 Figure 8 Figure 6 e h ...
Page 5: ...3 Figure 9 Figure 10 Figure 11 1 2 ...
Page 174: ...172 ...
Page 175: ...173 ...