
56
NEDERLANDS
5 BENAMING VAN DE ONDERDELEN EN HUN FUNCTIES
q
Spanningsschakelaar
(ON/STANDBY)
• ruk deze toets eenmaal in om de netspanning van
het cassettedeck in te schakelen; druk de toets
opnieuw in om het cassettedeck stand-by te
zetten.
• De LED kleur verandert als volgt, naargelang van
de toestand:
• In de stand ON: green
• In de stand STANDBY: rood
w
5
Openen/sluiten-toets (OPEN/CLOSE)
• Druk deze toets in voor het openen en sluiten van
de cassettelade.
• Wanneer u op OPEN/CLOSE drukt terwijl het
toestel in stand-by staat, wordt de spanning van
de DRR-201SA ingeschakeld en werkt de
cassettelade
.
e
Display
• Zie blz. 3
r
DOLBY NR (Keuzetoets voor DOLBY-
ruisonderdrukkingsstand)
• Gebruik deze toets om de Dolby NR-stand te
kiezen (OFF, B of C). Bij weergave van een tape
stelt u best dezelfde Dolby NR-stand in die werd
gebruikt bij opname van de tape.
t
Jogschijf/richtingskeuzetoets (
86
79
/REC LEVEL/
0 1
)
• Hierop drukken om de weergave- of
opnamerichting van de cassette te veranderen.
• Gebruiken om de cassette door of terug te
spoelen.(Zie bladzijde 59.)
• Gebruiken voor de muziekzoekfunctie (naar het
begin van een nummer gaan). (Zie bladzijde 59.)
• Gebruiken om het opnameniveau (volume) te
regelen. (Zie bladzijde 58.)
y
CD-SRS
(Synchrone opname-systeemtoets)
• Deze toets biedt een gemakkelijke manier om
cd's op te nemen wanneer de DRR-201SA in een
systeem met de PRESTA-201SA-reeks is
aangesloten. (Zie bladzijde 61.)
u
REC/REC MUTE
(Opname-/opnamedempingstoets)
•
Deze toets wordt gebruikt bij opname en bij het
maken van lege gedeeltes tussen nummers.
• Als enkel de opname-/opnamedempingstoets
(REC/REC MUTE) wordt ingedrukt, wordt de
opnamepauzestand ingesteld.
• Wanneer de opname-/opnamedempingstoets
(REC/REC MUTE) wordt ingedrukt in de
opnamepauzestand, wordt de
opnamedempingsstand ingesteld voor ongeveer 5
seconden, waardoor een leeg gedeelte ontstaat
op de tape; daarna wordt de opnamepauzestand
opnieuw ingesteld.
i
2
(stop) toets
•Druk deze toets in om het bandtransport te
stoppen.
o
Omkeermoduskiezer/tellerterugsteltoets
(REVERSE/RESET)
• De keuzemodus voor de omkeermodus wordt
ingesteld wanneer u deze toets ten minste 2
seconden indrukt.
• Druk op deze toets om het bandtellerdisplay terug
te stellen.
!0
PLAY toets
• Druk deze toets in om de cassette weer te geven.
• Wanneer deze toets in de standbystand wordt
ingedrukt, wordt de spanning automatisch
ingeschakeld en begint de weergave.
(Automatische inschakeling)
!11
Cassettelade
• De cassettelade wordt geopend wanneer de
OPEN/CLOSE-toets wordt ingedrukt. Leg de
cassette in de lade met de bandopeningen van u
af. Druk de OPEN/CLOSE-toets opnieuw in om de
cassettelade te sluiten.
5
(1) Voorpaneel
OFF
Type B
Type C
(2) Achterpaneel
!2
Lijnuitgangsaansluitingen (LINE OUT)
• Sluit deze aan op de TAPE-ingangsaansluitingen
van de versterker.
• Wanneer u de DRR-201SA in een systeem met de
201SA-reeks aansluit, moet u deze aansluitingen
op de PB TAPE-aansluitingen op de
voorhoofdversterker (PMA-201SA) aansluiten.
!3
Lijningangsaansluitingen (LINE IN)
• Sluit deze aan op de REC OUT TAPE-
uitgangsaansluitingen van de versterker.
• Wanneer u de DRR-201SA in een systeem met de
201SA-reeks aansluit, moet u deze aansluitingen
op de REC TAPE-uitgangsaansluitingen op de
voorhoofdversterker (PMA-201SA) aansluiten.
• Wanneer u deze aansluitingen hebt uitgevoerd,
kunt u met de DRR-201SA het signaal opnemen
van andere componenten die op de versterker zijn
aangesloten.
!4
Systeemconnectors
(SYSTEM CONNECTOR 1 en 2)
• Wanneer u de DCD-201SA aansluit in een
systeem met de 201SA-reeks, moet u deze
aansluiten op de systeemsnoeren.
!5
Netsnoer
• Steek de stekker van het netsnoer in een
stopcontact.
(3) Display
!6
Tellerdisplay
• Hier verschijnt het bandtellerdisplay.
• Tijdens de weergave of opname vooruit: De
teller gaat omhoog.
• Tijdens de weergave of opname achteruit: De
teller gaat omlaag.
• Wanneer de teller minder dan nul wordt.
“–”verschijnt op het display.
!7
Niveaumeter
• In de weergavemodus wordt hier het
weergaveniveau weergegeven, in de
opnamemodus het opnameniveau..
!8
Modusindicators
• Geven de verschillende modi aan.