52
Leidingen en componenten aanleggen
Leid de aansluitleidingen van de ultrasone sensoren van buiten door de
bumper naar de opening van de kofferruimte. Verleg de kabels zorgvuldig naar
binnen, zodat geen vocht binnen in het voertuig kan komen.
Bevestig de besturingseenheid m.b.v. het meegeleverde kleefpad. Een geschik-
te plaats hiervoor is de zijwand van de waterdichter kofferruimte in de buurt van
een achteruitrijlamp. Let op dat de aansluitkabels van de sensoren lang genoeg
zijn om de besturingseenheid te bereiken.
Leg de verbindingsleidingen van de sensoren volgens het aansluitschema in
“Onderdeelaanduiding”.
Let er bij het leggen van de leidingen in deurbalken enz. op dat geen veiligheidsrele-
vante inrichtingen (bijv. een zij-airbag) worden belemmerd of beschadigd.
Montage van de indicator
Het kernstuk van het parkeersysteem is de weergave met geïntegreerde signaal- en spraakuitvoering.
Door de radioverbinding heeft de indicator een eigen spanningsverzorging nodig. Let op, dat zich in de
buurt van de montageplaats een vrij autostopcontact (sigarettenaansteker) bevindt.
Bevestigd wordt de indicator m.b.v. een gemonteerde kleefpad. Trek hiervoor het beschermingspapier
van het kleefpad. De afleeshoek kan via de stelscharnier op de achterkant optimaal ingesteld worden.
Let bij de keuze van de montageplaats op, dat de indicator zich niet in het directe zicht-
bereik van de bestuurder resp. in veiligheidsrelevante bereiken (airbags etc.) bevindt.
De montageplaats moet absoluut stof- en vetvrij zijn. Vermijdt het kleven onder 5 °C,
omdat daardoor de verkleving niet betrouwbaar houdt.
Summary of Contents for 85 69 98
Page 59: ...59 ...