µ
F
10
1.
Aan/uit-toets
2.
Toets voor omschakeling van gelijkspanning op wisselspanning
en omgekeerd.
3.
Toets voor de handmatige bereiksomschakeling
4.
Toets voor de MIN-MAX-meetwaarde functie
5.
Toets “HOLD” voor het vasthouden van een meetwaarde
6.
Meetfunctieschakelaar
7.
Com (-) -ingangsbus (COM- of minusaansluiting)
8.
V-Ohm (+) -ingangsbus (=plusaansluiting)
9.
LC-Display (4-1/2-cijferig, grootste aanduidingswaarde: 19999)
10.
Overflow-aanduiding
Als “OFL” in de aanduiding verschijnt, betekent dit overloop =
bereiksoverschrijding.
Opgelet!
Let op de max. meetwaarden!
11.
“-” = minusteken of symbool voor negatieve polariteit
12.
BAT = batterijsymbool
Als dit symbool in de aanduiding verschijnt, is het tijd om de
batterij te verwisselen.
13.
“R” MIN-MAX-functie ingeschakeld
13a
Maximale waarde-aanduiding
13b
Minimale waarde-aanduiding
14.
“STBY” Dit symbool verschijnt als de multimeter zich in de mo-
dus Stand by bevindt.
15.
Akoestische doorgangstest
16.
Diodentest
17.
“HOLD” Als dit symbool in het display verschijnt, wordt de meet-
waarde vastgehouden. Hij verandert zelfs niet, als men de meets-
noeren van het meetobjekt of van het meetapparaat verwijdert.
18.
Verscheidene meeteenheden
19.
Bargraphaanduiding met 41 segmenten = tendensaanduiding
(twee keer zo snel als de digitale aanduiding).
19a
Polariteitsaanduiding van de Bargraph
19b
Overloop-aanduiding van de Bargraph
4. Gebruik van de multimeter
4.1 Batterijwissel
Om een goede werking te garanderen, dient de multimeter van een 9
V-batterij te worden voorzien. Vervanging van de batterij is
noodzakelijk, indien er in het display een aanduiding daartoe verschijnt.
Ga als volgt te werk:
Koppel het meetapparaat los van de meetkring en verwijder de
meetsnoeren van het meetapparaat. Verwijder voorzichtig het
beschermholster van het meetapparaat.
65
66