1. Inleiding, voorstelling
Deze multimeter is met meerdere bijzonderheden uitgerust, die elke
meting een zinvolle toegevoegde waarde geven:
Met de “R”-functie (R = MIN/MAX-recording = Minimale/Maximale
meetwaarde) kan de hoogst optredende meetwaarde (MAX) en de
kleinst optredende meetwaarde (MIN) opgeslagen worden. Deze
functie is bijv. te gebruiken bij het laden van akku’s. Met de functie
“HOLD” worden variabele meetwaarden vastgehouden, “ingevroren”,
om ze later naar eigen keuze weer op te roepen. Met de toets Range
verlaat men de automatische bereiksomschakeling, d.w.z. men kan
het meetbereik handmatig instellen (=”decimaalpunt verschuiven”).
Het 4-1/2-cijferige LCD maakt de weergave tot en met 4 cijfers achter
de komma mogelijk. Een Auto-Power-Cut-Off-functie verhindert
onnodig batterijverbruik, d.w.z. dat de multimeter na ca. 30 min.
uitgeschakeld wordt. De VC-227 is zowel in het hobbybereik als in het
industriële bereik en op school universeel te gebruiken.
2. Veiligheidsvoorschriften
•
Dit apparaat is volgens DIn 57 411 deel 1 / VDE 0411 deel 1 of VDE
0511 gebouwd en getest. Het heeft de fabriek in perfecte toestand
verlaten. Om dit zo te houden, dient de gebruiker de veiligheids-
voorschriften en - waarschuwingen, welke in deze handleiding
zijn opgenomen, op te volgen.
•
Dit meetapparaat mag slechts in stroomkringen gebruikt worden,
die met 10 A afgezekerd zijn of waarin geen grotere capaciteit dan
4000 VA kan optreden. Het meetapparaat mag niet in installaties
van de overspanningskategorie III, volgens IEC 664, gebruikt
worden. Het meetapparaat en de meetsnoeren zijn niet tegen
vonkinslag beveiligd (IEC 1010-2-031, paragraaf 13.1010).
•
Meetapparaten behoren niet in kinderhanden.
•
In beroepsmatige omgevingen dienen de ongevalsvoorschriften
van de betreffende bedrijfsverenigingen voor elektrische installatie
en bedrijfsmiddelen opgevolgd te worden.
•
Bij het openen van behuizingen of het verwijderen van delen,
tenzij dit met de hand kan gebeuren, kunnen spanningsvoerende
delen blootgelegd worden. Ook kunnen er aansluitpunten onder
spanning staan. Het apparaat dient in geval van onderhoud,
reparatie of verwisseling van onderdelen van alle spanning afgeslo-
ten te zijn. Indien het werken onder spanning met een geopend
apparaat onvermijdelijk is, dan mag dit slechts door een vakbek-
waam persoon gebeuren, die met de gevaren en voorschriften
(VDE-0100, VDE-0701, VDE-0683) bekend is.
•
Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als
het apparaat al enige tijd uitstaat.
•
Neem het apparaat pas weer in gebruik als de behuizing gesloten
en verschroefd is.
•
Wees erg voorzichtig met spanningen groter dan 25 V wissel-
(AC) of groter dan 35 V gelijkspanning (DC).
Reeds bij deze span-
ningen kan men bij aanraking van elektrische leidingen een
levensgevaarlijke schok krijgen. Schakel eerst de spanning af en
verbind dan pas de multimeter met het te meten objekt. Stel
vervolgens het gewenste bereik in en schakel dan pas de spanning
op het te meten objekt in. Na beëindiging van de meting schakelt
men de spanningsbron uit en verwijdert de meetsnoeren van de
aansluitpunten van de spanningsbron.
•
Voor het wisselen van meetbereik dienen de meetpunten van het
meetobjekt verwijderd te worden.
•
Controleer voor elke meting het meetapparaat en de meetsnoeren
op beschadigingen.
•
Werk met de meter niet in ruimtes waar slechte kondities heersen,
bijv. brandbare gassen, dampen, stof enz. Vermijd voor eigen
veiligheid het nat of vochtig worden van de multimeter en de
snoeren.
61
62