Coltene ParaPost, Instructions For Use Manual

Page: 47 / 104

Para Post ® X System
Gebruiksaanwijzing
47
ParaPostXP, ParaPost
Giettechniek - indirect
Opmerking: stiften zijn bedoeld voor éénmalig gebruik en
moeten nooit worden bewaard voor hergebruik. De structuur
van de stift kan te lijden hebben gehad. Er kunnen bijvoorbeeld
microscopische beschadigingen zijn ontstaan, waardoor de stift
zou kunnen breken.
Zie voor afbeeldingen pagina 100 - 102
Wij raden sterk aan om tijdens deze procedure gebruik te
maken van de cofferdam Hygenic
®
.
1. Na afronding van de endodontische behandeling moet het
gebitselement worden geprepareerd voor restauratie alsof de
pulpa nog intact is. Rondom de preparatie moet apicaal van
de opbouw minimaal 1,5 mm aan stevig gebitsweefsel aan-
wezig zijn, voor het gewenste ferrule-effect
(afb. 20) .* Als er
geen gebitsweefsel in dergelijke hoeveelheden aanwezig is,
moet dit worden bereikt door parodontale kroonverlenging
en/of orthodontische extrusie.*
2. Bepaal door middel van een röntgenfoto de juiste diameter
en diepte van de preparatie van de stiftruimte. Hou er rek-
ening mee dat de wanddikte van de wortel voldoende moet
zijn (minimaal 1 mm)* om perforatie of verzwakking van
de wanden te voorkomen. Zorg bovendien dat er minimaal
4-5 mm aan guttapercha intact blijft, zodat de apex goed
verzegeld blijft.
3. Verwijder de guttapercha tot de vooraf bepaalde diepte met
behulp van een Gates-Glidden-boor, een Peeso-ruimer en/
of een heet instrument. Controle van de ingreep met behulp
van een röntgenfoto wordt aangeraden. Als het wortelkanaal
is geobtureerd met een zilveren conus, verwijder deze dan en
verzegel het kanaal opnieuw met Hygenic-guttapercha, voor u
de stiftruimte prepareert.
4. Kies voor de parallelle preparatie van de stiftruimte een Para-
Post-boor met een diameter die overeenkomt met de laatste
Gates-Glidden-boor die in stap 3 is gebruikt
(afb. 20) . (Zie de
tabel ‘Globale diametervergelijkingen’, afb. A). Om te zorgen
dat u de vooraf geplande diepte van de stiftruimte kunt hand-
haven, zijn ParaPost-boren gemarkeerd op een diepte van 7, 9
en 11 mm vanaf het apicale uiteinde van de boor.
ParaPost-boren kunnen ofwel handmatig worden gebruikt,
met behulp van de universele handaandrijving (Universal Hand
Driver), of kunnen worden aangedreven door een langzaam
draaiend hoekstuk
(750-1.000 toeren) . Als er gebruik wordt
gemaakt van een hoekstuk, moet de boor continu met de
klok mee blijven draaien, tot hij geheel uit het gebitselement
is getrokken. Dit beperkt het risico tot een minimum dat
de boor vast komt te zitten in de stiftruimte. Verwijder al
het zwakke of niet ondersteunde gebitsweefsel. Verwijder
restanten gebitsweefsel uit het kanaal door de stiftruimte te
irrigeren met waterspray.