NL
35
•
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk
‘Toebehoren aanbrengen en verwijde
ren’ om het benodigde toebehoren
aan te brengen.
•
Zorg ervoor dat de verswatertank (
13
)
is gevuld (zie hoofdstuk ‘Verswater
tank vullen’) en dat beide tanks in het
motorblok (
4
) zijn geplaatst.
•
Bij sterkere verontreinigingen spuit
je eerst reinigingsmiddel op het te
reinigen oppervlak en verdeel je dit
evt. met een borstel. Neem daarbij
de aanwijzingen op de fles van het
reinigingsmiddel in acht en houd je
daaraan.
1. Wikkel de aansluitleiding helemaal
af en steek de netstekker in een
contactdoos.
2. Druk op de
knop (
2
) om het appa
raat in te schakelen.
3. Druk op de sproeiknop (
8
) op de on
derkant van de handgreep om het te
reinigen oppervlak te besproeien.
4. Beweeg de mondstukopening met
lichte druk over het te reinigen
oppervlak. Het vuile water wordt
opgezogen en verzameld in de vuil
watertank (
16
).
5. Wanneer de verswatertank leeg of
de vuilwatertank vol is, druk dan op
de
knop om het apparaat uit te
schakelen. Maak
dan pas
de betref
fende tanks vol of leeg (zie hoofdstuk
‘Reiniging van het apparaat’ – ‘Vuil
watertank’).
L
Leg het mondstuk op een doek
omdat er na het uitschakelen nog
restwater uit kan lopen.
6. Maak na gebruik de verswatertank
leeg en plaats hem terug in het ap
paraat. Schakel het apparaat nog een
keer in en druk op de sproeiknop om
overbodig water uit het apparaat te
verwijderen (
afbeelding D
).
7. Druk dan op de
knop om het
apparaat uit te schakelen en trek de
netstekker uit de contactdoos.
8. Maak de tanks na elk gebruik geheel
leeg en reinig ze (zie hoofdstuk ‘Reini
ging van het apparaat’).
REINIGING VAN HET
APPARAAT
Attentie!
■
Let er bij het reinigen op dat er geen
vloeistof in het motorblok van het
apparaat terechtkomt.
■
Gebruik voor het reinigen van het ap
paraat en toebehoren geen scherpe
of schurende reinigingsmiddelen.
•
Veeg het motorblok (
4
) indien nodig
af met een vochtige, zachte doek.
Droog het vervolgens af met een
droge doek.
•
De filters zitten in het motorblok onder
de vuilwatertank (
afbeelding E
) resp.
onder de verswatertank (
afbeelding F
).
Ze kunnen voor reiniging eruit worden
gehaald en met schoon water worden
afgespoeld. Laat ze vervolgens drogen
aan de lucht.
Vuilwatertank
1. Verwijder de vuilwatertank (
16
) van
het motorblok (
4
) en open hem (zie
hoofdstuk ‘Toebehoren aanbrengen en
verwijderen’ – ‘Vuilwatertank’).
2. Giet het water weg in een afvoer.
3. Voor het reinigen spoel je de vuilwa
tertank en het deksel grondig af met
schoon water.
4. Laat alle delen vóór het in elkaar zet
ten open aan de lucht drogen.
Summary of Contents for 04982
Page 2: ...B B F F E E A 2 1 17 16 4 5 13 15 3 6 7 8 9 10 11 12 14 18 C C D D...
Page 40: ......
Page 41: ......
Page 42: ......
