86
87
1. Inleiding
2. Instructies
3. Uitpakken / Montage
4. Voor gebruik
5. Onderhoud, schoonmaken en decontaminatie
6. Reserveonderdelen en de vervanging daarvan
7. Mogelijke fouten
8. Basis beschrijving van de bediening en instellingen van de eenheid
9. Opslag
10. Garantie
11. Technische gegevens
12. Lijst met reserveonderdelen / Accessoires
Inhoud:
NOR
GEBRUIKERSHANDLEIDING – CleanAIR® MedicAER®
1. Inleiding
CleanAIR® is een persoonlijk ademhalingssysteem dat is gebaseerd op een overdruk van gefi lterde lucht in de ademzone.
De Motoraangedreven Luchtzuiverende Ademhalingsapparatuur (hierna “MLA” genoemd) zuigt lucht uit de omgeving naar binnen
en brengt dit naar de beschermkap of -masker. De overdruk voorkomt dat verontreinigende stoff en de ademzone binnendringen.
Tegelijkertijd zorgt de lichte overdruk voor een groot comfort van de gebruiker, zelfs als het langere tijd gedragen wordt. Het
is namelijk niet nodig om ademweerstand van het fi lter te overbruggen. Het systeem behoudt de geselecteerde luchtdoorvoer,
ongeacht of het fi lter verstopt is of de lading van de batterij.
Voor voldoende bescherming is het noodzakelijk om een geschikte combinatie van een MLA-eenheid en een beschermend hoofddeksel
te kiezen. Het is belangrijk om de juiste fi lters van hetzelfde type te gebruiken voor de soort vervuiling en de concentratie daarvan.
De CleanAIR® MedicAER® voldoet aan de EN 12941 en EN 12942 eisen. Afhankelijk van de gebruikte fi lters biedt het bescherming
tegen zowel niet-giftige als giftige deeltjes en schadelijke gassen.
2. Instructies
Lees de instructies in deze handleiding goed door en volg deze strikt op. De gebruiker moet precies weten hoe het bescher-
mingsmiddel juist gebruikt moet worden.
• Als de MLA-eenheid om welke reden dan ook geen lucht meer aanlevert, dient de gebruiker de verontreinigde zone direct
te verlaten. Dit is zelfs van toepassing ondanks dat het systeem voldoende bescherming biedt volgens EN 12942 en
uitgeschakeld is.
• De ademhalingsbescherming is laag tot nihil als het met de kap en een uitgeschakelde eenheid gebruikt wordt. In dat geval
bestaat er een risico op een snelle verhoging van de concentratie koolstofdioxide en een verlaging van de zuurstofconcen-
tratie. De situatie waarin de eenheid is uitgeschakeld en gebruikt wordt met de kap is abnormaal.
• CleanAIR® MedicAER® dient niet te worden gebruikt als de hoeveelheid binnenkomende lucht onvoldoende is.
• CleanAIR® MedicAER® dient niet te worden gebruikt in gebieden waar de zuurstofconcentratie minder is dan 17%.
• CleanAIR® MedicAER® dient niet te worden gebruikt in gebieden waar de gebruiker geen kennis heeft over de aard van de
vervuiling of de concentratie daarvan.
• CleanAIR® MedicAER® dient niet te worden gebruikt in gebieden waar ontploff ingsgevaar is.
• CleanAIR® MedicAER® dient niet te worden gebruikt in beperkte ruimten, zoals gesloten tanks, tunnels, riolen, etc.
• Controleer voor elk gebruik de luchtstroom door middel van de geïntegreerde stroomindicator. Het debiet is onvoldoende als
de bovenste rand van de kegel zich in de rode zone bevindt (zie Onderdeel 4.2 “Luchtstroomtest”).
• Gedragen hoofddeksels moeten precies aansluiten op het gezicht om het aangegeven beschermingsniveau voor de gebrui-
ker te kunnen garanderen. Als een baard of lang haar in de weg staat van een goede afdichting, dan kan dit de bescherming
die het systeem biedt negatief beïnvloeden.
Het is erg belangrijk om de juiste fi lters te kiezen voor de van toepassing zijnde vervuiling.
Volg de instructies in de handleiding die bij de fi lters is bijgesloten.
• De eenheid biedt, afhankelijk van het gekozen fi lter, bescherming tegen verschillende soorten vervuiling.
• Filters die fi lteren op vaste en vloeibare aerosols beschermen de gebruiker niet tegen gassen.
• Filters die fi lteren op gassen en dampen beschermen de gebruiker niet tegen deeltjes.
• Filters die zijn ontworpen om alleen op gassen en dampen te fi lteren, worden niet aanbevolen voor gebruik in combinatie met
de MLA-eenheid als deze gecombineerd worden met een deeltjesinzetstuk voor het fi lteren van deeltjes.
• Filters mogen niet direct worden bevestigd op de kap.
• Gebruik alleen originele CleanAIR® deeltjesfi lters of combinatiefi lters die zijn ontworpen voor uw CleanAIR® MedicAER®
MLA-eenheid.
• Vervang de fi lters altijd indien u een verandering van geur van de lucht bemerkt die uit de eenheid komt.
• De CleanAIR® MedicAER® verwijdert geen koolstofmonoxide (CO) of koolstofdioxide (CO2) uit de lucht!
• Filters die zijn ontworpen voor het fi lteren van kwik mogen niet langer dan 50 werkuur worden gebruikt.
• Volg altijd uw plaatselijke wetgeving voor het gebruik van MLA-eenheden, fi lters en PBM.
De garantie wordt ongeldig als enig principe of instructie in deze handleiding niet wordt opgevolgd!
3. Uitpakken / Montage
3.1.
De CleanAIR® MedicAER® uitpakken
Controleer of de inhoud van de verpakking compleet is en of niets beschadigd is geraakt tijdens het vervoer.
Het volledige systeem, inclusief accessoires, bestaat uit de volgende onderdelen:
51 M0 00FC
MedicAER®-eenheid
Verwisselbare batterij
Comfortabele, gewatteerde riem
Lichte, fl exibele slang
Behuizing
Stroomindicator
Batterijlader
Gebruikershandleiding
3.2. Montage
1. Plaat de batterij in de eenheid.
2. Sluit de slang aan op de MLA-eenheid en controleer of de verbinding luchtdicht is aangesloten.
3. Bevestig de fi lters op de eenheid – controleer of ze van hetzelfde type zijn!
4. Sluit de slang aan op het hoofddeksel.
4. Voor gebruik
4.1.
Controleprocedure voor elk gebruik – controleer of:
• Alle onderdelen in goede staat zijn, d.w.z. zonder aanwijsbare schade. Vervang elk beschadigd en versleten onderdeel.
• De slang goed is aangesloten op de MLA-eenheid en op het hoofddeksel.
• De luchtstroom voldoende is (Onderdeel 4.2).
4.2. Luchtstroomtest
1. Ontkoppel de luchtslang van de eenheid.
2. Sluit de stroomindicator aan op de eenheid.
3. Zet de MLA-eenheid aan.
Als de bovenste rand van de aanwijzer zich in de rode zone bevindt is de luchtstroom onvoldoende en moeten
de fi lters worden vervangen!
4.3. Alarmtest
Om te controleren of het alarm goed werkt, sluit u de luchtuitvoer met uw handpalm en zet u de eenheid aan. Binnen 10
seconden moet u alarmsignalen horen en zien.
5. Onderhoud, schoonmaken en decontaminatie
Aanbevolen wordt om aan het einde van elke dienst alle onderdelen van het systeem te controleren en schoon te
maken, en eventuele onderdelen die beschadigd zijn te vervangen.
•
Gebruik voor het schoonmaken geen agressieve oplosmiddelen en schoonmaakmiddelen! We raden u aan regu-
liere, niet-schurende schoonmaakproducten te gebruiken.
•
Schoonmaakproducten mogen nooit de MLA-eenheid of de batterij binnendringen!
•
Gebruik een vochtige doek voor het schoonmaken en veeg het oppervlak naderhand droog.
•
Het schoonmaken dient plaats te vinden in een goed geventileerde ruimte.
Let op dat u geen deeltjes en vezels inademt die zijn neergedaald op onderdelen van de MLA-eenheid of de
accessoires!
Summary of Contents for MedicAER
Page 66: ......