88
89
6. Reserveonderdelen en de vervanging daarvan
6.1. Filters vervangen
Alleen originele fi lters die zijn gemaakt voor de CleanAIR® MedicAER® mogen worden gebruikt! De fi lters moeten nieuw en onge-
bruikt zijn en moeten zich in de originele verpakking bevinden. De vervaldatum mag niet verstreken zijn – deze is gemarkeerd op
een sticker op het hoofdonderdeel van het fi lter.
Vervangen van fi lters:
1. Schroef het fi lter los uit de eenheid.
2. Controleer de rubberen afdichtring aan de invoer van de eenheid op mogelijke schade.
3. Bevestig de nieuwe fi lters op de eenheid en schroef deze vast.
Er bevinden zich twee schroefdraden van fi lters op de eenheid, namelijk RD40x1/7” (gestandaardiseerd volgens EN 148-1). Als u
fi lters vervangt,
vergeet dan niet om altijd een set van twee fi lters van hetzelfde type tegelijkertijd te vervangen!
U kunt eventueel een voorfi lter gebruiken. Deze vangt grotere deeltjes en voornamelijk aerosols op die het fi lter kunnen doen
verstoppen tijdens het gebruik van bijvoorbeeld spuitverf. Het gebruik van een voorfi lter verlengt derhalve de levensduur van het
fi lter. Plaats alleen nieuwe fi lters zonder zichtbare schade.
Het is verboden om een fi lter schoon te maken of deze door te blazen!
Vanuit hygiënisch oogpunt wordt het niet aanbevolen om fi lters langer dan
1 maand na het eerste gebruik nog te gebruiken.
6.2. Batterijen
Wegens technische redenen zijn batterijen niet volledig opgeladen zodra deze de fabriek verlaten. Deze zijn 50 – 70% opgeladen.
Voor het eerste gebruik dient u de batterij volledig op te laden, anders kunt u een kortere gebruiksduur tijdens de eerste cyclus
verwachten. Volg de opslaginstructies voor een maximale batterijduur (zie Onderdeel 9. “Opslag”)
6.2.1. De batterij opladen
• Schuif de batterij uit de eenheid
• Steek de lader in een 100 – 230 V ~ 50/60 Hz stoopcontact.
• Plaat de batterij in de lader. Een rood lampje geeft aan dat de batterij wordt opgeladen, een groen lampje geeft
verbinding met het stroomnet aan. Laadtijd is < 3 uur.
• De batterij is volledig opgeladen als het rode lampje uit gaat.
• Na het laden haalt u de batterij uit de lader en haalt u de lader uit het stopcontact.
U kunt de batterij ook opladen terwijl de batterij nog in de eenheid zit. De eenheid moet tijdens het laden zijn uitgescha-
keld. Het wordt afgeraden om de lader in het stopcontact te laten wanneer deze niet in gebruik is.
De batterij wordt opgeladen zodra deze in de lader is geplaatst en de lader op het stroomnet is aangesloten. Als de batterij
volledig is opgeladen, wisselt de lader naar onderhoudsmodus om de batterij volledig opgeladen te houden. De laadtijd is korter
dan 3 uur.
Rode LED aan: snelladen
Rode LED knippert wanneer aangesloten op het stroomnet: fout
Rode LED uit: laden voltooid
Rode LED knippert wanneer niet aangesloten op het stroomnet: voorladen gedetecteerd
De batterijlader is alleen voor gebruik binnen. Laad nooit de batterij op in een mogelijk explosieve omgeving.
Het is verboden om de batterijlader te gebruiken voor andere doeleinden dan die zijn aangegeven door de fabrikant.
6.2.2.
De batterij vervangen
zie afbeeldingen “
How to insert the battery
” en “
How to remove the battery
”
1. Pak met uw linkerhand de ademhalingseenheid met stroom aan de rand op de bovenkant van de batterij vast. Laat
de veiligheidsvergrendeling los die zich op de onderkant bevindt tussen de fi lters in. Duw vervolgens de batterij met
uw duim uit de eenheid (druk op de rubberen plek op de batterij).
2. Plaats de batterij in de bijbehorende opening in de eenheid tot u een klikgeluid hoort en de batterij in de juiste
richting vergrendeld is.
7. Mogelijke fouten en alarmen
Indien er zich fouten voordoen, bijv. een plotselinge afname of stijging van de luchttoevoer als de gebruiker zich in een
vervuild werkgebied bevindt, dan moet de gebruiker direct de werkplek verlaten.
Controleer het volgende als er zich een probleem voordoet:
• Of de eenheid goed is gemonteerd.
• Staat van de batterij.
• Of het fi lter verstopt is.
• Of de afdichting van de veiligheidskap nog goed afdicht.
De eenheid is voorzien van waarschuwingssystemen die in de volgende situaties worden geactiveerd:
Filter geblokkeerd
– als de eenheid de
gekozen luchtstroom niet kan behou-
den, verlagen de elektronica de lucht-
stroom automatisch met één niveau
en hoort u een akoestisch signaal.
Als
de eenheid de laagst mogelijke lucht-
stroom niet kan behouden, krijgt u een
waarschuwing door middel van een
audiovisueel signaal.
Spanning batterij laag –
een
alarm laat de gebruiker weten
als de batterij moet worden op-
geladen. Het is het beste om
het vervuilde gebied te verla-
ten en de batterij te vervangen
of op te laden.
Filter vervallen
– het alarm moet
vooraf handmatig worden ingesteld
voordat u nieuwe fi lters gaat gebrui-
ken. Zodra u de fi lters gaat vervangen,
begint de eenheid af te tellen vanaf
de vooraf ingestelde tijd. De eenheid
zal u gaan waarschuwen zodra deze
vooraf ingestelde tijd is verlopen.
Summary of Contents for MedicAER
Page 66: ......