36
37
Rode LED aan: snelladen
Rode LED knippert wanneer aangesloten op het stroomnet: fout
Rode LED uit: laden voltooid
Rode LED knippert wanneer niet aangesloten op het stroomnet: voorla den gedetecteerd
De batterijlader is alleen voor gebruik binnen. Laad nooit de batterij op in een mogelijk explosieve omgeving.
Het is verboden om de batterijlader te gebruiken voor andere doeleinden dan die zijn aangegeven door de
fabrikant.
6.2.2.
De batterij vervangen
zie afbeeldingen “
How to insert the battery
” en “
How to remove the battery
”
1. Pak met uw linkerhand de ademhalingseenheid met stroom aan de rand op de bovenkant van de batterij vast. Laat
de veiligheidsvergrendeling los die zich op de onderkant bevindt tussen de filters in. Duw vervolgens de batterij met
uw duim uit de eenheid (druk op de rubberen plek op de batterij).
2. Plaats de batterij in de bijbehorende opening in de eenheid tot u een klikgeluid hoort en de batterij in de juiste
richting vergrendeld is.
7. Mogelijke fouten en alarmen
Indien er zich fouten voordoen, bijv. een plotselinge afname of stijging van de luchttoevoer als de gebruiker zich in een
vervuild werkgebied bevindt, dan moet de gebruiker direct de werkplek verlaten.
Controleer het volgende als er zich een probleem voordoet:
• Of de eenheid goed is gemonteerd.
• Staat van de batterij.
• Of het filter verstopt is.
• Of de afdichting van de veiligheidskap nog goed afdicht.
De eenheid is voorzien van waarschuwingssystemen die in de volgende situaties worden geactiveerd:
Filter geblokkeerd
– als de eenheid de geko-
zen luchtstroom niet kan behouden, verlagen
de elektronica de luchtstroom automatisch
met één niveau en hoort u een akoestisch
signaal.
Als de eenheid de laagst mogelijke
luchtstroom niet kan behouden, krijgt u een
waarschuwing door middel van een audiovi-
sueel signaal.
Spanning batterij laag –
een alarm
laat de gebruiker weten als de bat-
terij moet worden opgeladen. Het is
het beste om het vervuilde gebied
te verlaten en de batterij te vervan-
gen of op te laden.
Filter vervallen
– het alarm moet vooraf
handmatig worden ingesteld voordat u nieu-
we filters gaat gebruiken. Zodra u de filters
gaat vervangen, begint de eenheid af te tel-
len vanaf de vooraf ingestelde tijd. De een-
heid zal u gaan waarschuwen zodra deze
vooraf ingestelde tijd is verlopen.
8. Basis beschrijving van de bediening en instellingen van de eenheid
Aanzetten
Nadat de eenheid is aangezet
ziet u direct informatie op het
display over de leverancier van
uw motoraangedreven lucht-
zuiverende ademhalingsappa-
ratuur.
Informatie hoofdscherm
Op het volgende scherm
staan de huidige luchtstroom,
verstopping van het filter en
batterijspanning. U kunt er ook
het huidige hoofddeksel en fil-
terinstelling zien.
Luchtstroom aanpassen
U kunt de luchtstroom aan-
passen door één keer op de
of -knop aan de zijkant
van de eenheid te drukken.
De beschikbare luchtstroo-
minstelling is afhankelijk van
het hoofddeksel en de filte-
rinstelling.
Scherm draaien
U kunt het scherm 90 graden
met de klok mee draaien door
kort op de knop omlaag of om-
hoog te drukken.
Het menu openen
Druk tegelijkertijd op de en -knop en
houd deze 2 seconden ingedrukt. Het
menu van de eenheid verschijnt.
Navigeren in het menu en instellingen
veranderen:
• Druk op de -knop om naar het volgen-
de menuonderdeel te gaan of houd de
-knop 2 seconden ingedrukt om naar
het vorige menuonderdeel te gaan.
• Druk op de -knop om de instellingen
van het onderdeel te veranderen.
• Houd beide knoppen 2 seconden in-
gedrukt om de instelling op te slaan
en het menu te verlaten (hetzelfde
gebeurt als u 5 seconden lang niets
indrukt).
Hoofddekselinstelling eenheid:
Ga naar het menu van de eenheid (
en gedurende 2 sec.) en blijf op
drukken tot de gewenste hoofddekselin-
stelling verschijnt.
De filterinstelling veranderen:
Ga naar het menu van de eenheid ( en geduren-
de 2 sec.) en druk één op om naar het volgende
onderdeel te gaan, blijf op drukken tot de gewens-
te filterinstelling verschijnt.
Beschikbare talen
• Engels
• Frans
• Duits
• Tsjechisch
• Noors
• Nederlands
• Italiaans
• Spaans
• Russisch
• Hebreeuws
• Pools
• Fins
De taalinstelling veranderen:
Om de taalinstelling te veran-
deren, gaat u naar het menu (
en tegelijkertijd, gedurende
2 sec.) en om vervolgens het
taalonderdeel te selecteren*
(druk vier keer op de -knop),
druk hierna op de -knop om
de gewenste taal te selecte-
ren. De instellingen worden
bevestigd als u 6 seconden
nergens op drukt.
* De symbolen “>” en “<” mar-
keren het “taalonderdeel” om
zoeken gemakkelijker te ma-
ken.
9. Opslag
Alle onderdelen van het CleanAIR®-systeem moeten worden opgeslagen in ruimtes met temperaturen tussen de -10 °C en
55 °C met een relatieve vochtigheid tussen de 20 en 95%.
Batterijen gaan tijdens opslag vanzelf leeg. Derhalve wordt aanbevolen om de batterij elke 3 maanden ten minste 1 uur op te
laden. De optimale batterijspanning voor een langere opslag is 50 – 70% van de capaciteit. Na een langere opslagduur is het
nodig om 3 laadcycli te herhalen zodat de volledige capaciteit van de batterij weer wordt bereikt.
10. Garantie
De garantie zorgt ervoor dat u een vervangend product ontvangt indien uw product productie- of materiaalfouten bevat
binnen 12 maanden na aankoopdatum. Deze periode is voor de batterijen 6 maanden na aankoopdatum. Uw garantieverzoek
dient u aan de afdeling verkoop/verkoper te richten. U dient daarbij uw aankoopbewijs te verzenden (d.w.z. een factuur of le-
veringsbevestiging). De garantie kan alleen worden erkend als er geen onderbrekingen in
de motoraangedreven luchtzuive-
rende ademhalingseenheid en de lader zijn doorgevoerd. De garantie dekt geen defecten die specifiek zijn veroorzaakt
door een te late vervanging van het filter of door een filter te gebruiken dat is beschadigd door schoonmaken of blazen.
De fabrikant raadt u ten zeerste aan om periodieke inspecties uit te voeren in een CleanAIR® geautoriseerd servicecen-
trum. Inspecties moeten minimaal elke twee jaar worden uitgevoerd volgens de plaatselijke wet.
11.
Certificering
Explosiebeschermingssymbool
Uitrustingsgroep
(explosieve omgevingen buiten ondergrondse delen van mijnen)
Categorie 3
(gasrijke omgeving)
Groep IIB
(voldoet ook aan vereisten IIA)
Temperatuurklasse
, gas (maximale oppervlaktetemperatuur 135 °C)
EPL-beschermingsniveau
II 3 G IIB T4 Gc
II 3 D IIIC 135°C Dc
Summary of Contents for 51 00 00
Page 69: ......