DXZ948RMP
43
42
DXZ948RMP
Nederlands
Nederlands
Gemeenschappelijke bedieningen in iedere functie
Gemeenschappelijke bedieningen in iedere functie
4. Druk op de [A] toets om terug te keren naar
de oorspronkelijke functie.
De automatische
displaydimmer instellen
(DIMMER IN)
Met deze functie kunt u de displayverlichting
verzwakken overeenkomstig de verlichting of
helderheid in uw auto.
Stel de automatische displaydimmer in op
“AUTO” (gekoppeld aan de helderheid in uw
auto) of “ILLUMI” (gekoppeld aan de verlichting
in uw auto).
• Als de automatische displaydimmer is
ingesteld op “AUTO”, wordt de helderheid van
het display gedimd afhankelijk van de
lichtsterkte gemeten door deze sensor.
• Stel vervolgens het niveau van de
displaydimmer in bij DMR LEVEL.
• De fabrieksinstelling is “AUTO”.
1. Druk op de [A] toets om de instelfunctie op
te roepen.
2. Raak het instelitemdisplay met
aan en
kies bij “APPERNCE” het item “DIMMER IN”.
ADJUST MODE
DIMMER
IN
AUTO
APPERNCE
3. Raak de rechterkant van het display met
aan of draai de [ROTARY] knop en
kies “AUTO” of “ILLUMI”.
4. Druk op de [A] toets om terug te keren naar
de oorspronkelijke functie.
Het niveau van de
displaydimmer instellen
(DMR LEVEL)
Met deze functie kunt u instellen hoeveel de
aanduidingen op het display moeten worden
gedimd.
• De fabrieksinstelling is “3”.
1. Druk op de [A] toets om de instelfunctie op
te roepen.
2. Raak het instelitemdisplay met
aan en
kies bij “APPERNCE” het item “DMR
LEVEL”.
ADJUST MODE
DMR LEVEL
3
APPERNCE
3. Raak de rechterkant van het display met
aan of draai de [ROTARY] knop en
stel het niveau van de displaydimmer in.
∗
Kies een instelling uit OFF (displaydimmer
uitgeschakeld, helder) en 1 (licht gedimd)
t/m 5 (donker).
4. Druk op de [A] toets om terug te keren naar
de oorspronkelijke functie.
Het displaycontrast instellen
(CONTRAST)
Met deze functie kunt u het contrast van het
display instellen afhankelijk van de hoek
waaronder het apparaat is gemonteerd.
• De fabrieksinstelling is “6”.
1. Druk op de [A] toets om de instelfunctie op
te roepen.
2. Raak het instelitemdisplay met
aan en
kies bij “APPERNCE” het item “CONTRAST”.
3. Raak de rechterkant van het display met
aan of draai de [ROTARY] knop en
stel het contrast in.
ADJUST MODE
CONTRAST
6
APPERNCE
* Dit item kan worden ingesteld binnen het
bereik van 1 t/m 11.
Stel het item in terwijl u kijkt hoe het
display verandert.
4. Druk op de [A] toets om terug te keren naar
de oorspronkelijke functie.
De LED laten knipperen
wanneer de DCP wordt
verwijderd (BLINK LED)
Met deze functie kunt u de LED van dit apparaat
laten knipperen wanneer de DCP wordt
verwijderd.
• De fabrieksinstelling is “OFF”.
1. Druk op de [A] toets om de instelfunctie op
te roepen.
2. Raak het instelitemdisplay met
aan en
kies bij “APPERNCE” het item “BLINK RED”.
ADJUST MODE
LED
BLINK
OFF
APPERNCE
4. Raak het midden van het display met
aan en kies de invoerpositie.
∗
Om het bericht te wissen, raakt u het
midden van het display gedurende 2
seconden of langer aan.
Als u de bediening van stap 8 uitvoert
terwijl het bericht is gewist, keert het
bericht terug naar de fabrieksinstelling.
5. Raak de linkerkant van het display met
aan en kies het teksttype.
Met iedere aanraking met
verandert
het teksttype. Voor verdere informatie, zie
bladzijde 37.
6. Raak de rechterkant van het display met
aan, of draai de [ROTARY] knop en
kies het teken dat u wilt invoeren.
7. Herhaal de stappen 4 t/m 6 om het hele
bericht in te voeren.
8. Raak MEMO gedurende 2 seconden of
langer aan.
U hoort een lange pieptoon en het bericht
wordt in het geheugen opgeslagen.
9. Druk op de [A] toets om terug te keren naar
de oorspronkelijke functie.
Berichten afbeelden
(MESSAGE)
Met deze functie kunt u berichten afbeelden op
het display wanneer het apparaat wordt in- of
uitgeschakeld. “Hello” wordt afgebeeld wanneer
het apparaat wordt ingeschakeld, en “See you”
wordt afgebeeld wanneer het apparaat wordt
uitgeschakeld.
• De fabrieksinstelling is “ON”.
1. Druk op de [A] toets om de instelfunctie op
te roepen.
2. Raak het instelitemdisplay met
aan en
kies bij “DISPLAY” het item “MESSAGE”.
ADJUST MODE
MESSAGE
ON
DISPLAY
3. Raak de rechterkant van het display met
aan of draai de [ROTARY] knop en
kies “ON” of “OFF”.
4. Druk op de [A] toets om terug te keren naar
de oorspronkelijke functie.
De gevoeligheid van de
spectrumanalysator instellen
(S/A SENS)
Met deze functie kunt u de gevoeligheid (grootte
van de afwijking) van de spectrumanalysator
instellen. Voor verdere informatie over het
afbeelden van de spectrumanalysator,
raadpleegt u “Het display omschakelen” (zie
blz. 13) of “De schermbeveiliging instellen”
(zie blz. 41).
• De fabrieksinstelling is “MID”.
1. Druk op de [A] toets om de instelfunctie op
te roepen.
2. Raak het instelitemdisplay met
aan en
kies bij “DISPLAY” het item “S/A SENS”.
ADJUST MODE
S / A SENS
MID
DISPLAY
3. Raak de rechterkant van het display met
aan of draai de [ROTARY] knop en
stel de gevoeligheid in.
∗
Kies LOW (een kleine afwijking), MID of
HIGH (een grote afwijking).
4. Druk op de [A] toets om terug te keren naar
de oorspronkelijke functie.
De doorloopsnelheid van het
display instellen (SCROLL)
Met deze functie kunt u de doorloopsnelheid
verlagen als de tekst te snel over het display
loopt waardoor u deze niet kunt lezen.
• De fabrieksinstelling is “SPEED 2”.
1. Druk op de [A] toets om de instelfunctie op
te roepen.
2. Raak het instelitemdisplay met
aan en
kies bij “DISPLAY” het item “SCROLL”.
ADJUST MODE
SCROLL
SPEED2
DISPLAY
3. Raak de rechterkant van het display met
aan of draai de [ROTARY] knop en
stel de gevoeligheid in.
* Dit item kan worden ingesteld binnen het
bereik van SPEED 1 t/m SPEED 7.
Stel het item in terwijl u kijkt hoe het
display verandert.