96
Inbedrijf
st
elling
ARIANE
X
T
PL
US
Temperatuurregeling
Druk voor het instellen van de parameters voor temperatuurregeling
tegelijkertijd op de toetsen Terug “
“ en “OK” totdat op het display
“Invoeren code“ verschijnt.
- Draai aan de knop om de technische code (234) in te voeren; druk
op de toets OK, op het display verschijnt
TECHNISCH GEBIED
.
Draai de knop en selecteer:
- VOLLEDIG MENU
Druk op de OK toets.
Draai de knop en selecteer:
4
Parameters Zone 1
Druk op de OK toets. Draai de knop en selecteer:
4.2
Instelling Zone 1
Druk op de OK toets. Draai de knop en selecteer:
4.2.0
Bereik T Z1
Druk op de OK toets.
Draai aan de knop en selecteer de temperatuurange:
- 0 lage temperatuur
- 1 hoge temperatuur
Druk op de toets OK om te bevestigen.
Draai de knop en selecteer:
4.2.1
Selecteren van het type
Druk op de OK toets. Draai aan de knop en stel het type geïnstalleerde
temperatuurregeling in:
- 0 Vaste aanvoertemperatuur
- 1 Apparaten ON/OFF
- 2 Alleen sonde kamertemperatuur
- 3 Alleen externe sonde
- 4 Sonde kamertempe externe sonde
druk op de OK-toets. Draai de knop en selecteer:
4.2.2 Stooklijncurve
Druk op de OK toets. Draai aan de knop en stel de curve in afhankelijk
van het type verwarmingssysteem, en druk op de toets OK.
- installatie op lage temperatuur
(vloerpanelen)
curve van 0,2 tot 0,8
- installatie op hoge temperatuur
(radiatoren)
curve van 1,0 tot 3,5
Voor de controle op de geschiktheid van de gekozen curve is een
lange tijd nodig, gedurende welke enkele aanpassingen nodig zouden
kunnen zijn.
Wanneer de buitentemperatuur (winter) lager wordt, kunnen er zich
drie condities voordoen:
1. de kamertemperatuur wordt lager, hetgeen aangeeft dat er een
curve met een grotere helling moet worden ingesteld
2. de kamertemperatuur wordt hoger, hetgeen aangeeft dat er een
curve met een kleinere helling moet worden ingesteld
3. de kamertemperatuur blijft constant, hetgeen aangeeft dat de in-
gestelde curve de juiste helling heeft
Zodra u de kromme heeft gevonden die de kamertemperatuur con-
stant houdt, dient u de waarde ervan te controleren
Draai de knop en selecteer:
4.2.3 Parallelle
verplaatsing
druk op de OK-toets. Draai aan de knop en stel de meest geschikte
waarde in. Druk op de OK toets om te bevestigen.
BELANGRIJK:
Als de kamertemperatuur hoger is dan de gewenste waarde, moet u
de kromme parallel naar beneden verplaatsen. Als de kamertempera-
tuur daarentegen lager is, moet u de curve parallel naar boven ver-
plaatsen. Als de kamertemperatuur overeenkomt met de gewenste
temperatuur, is de kromme de juiste.
In de hieronder vermelde grafi sche afbeelding zijn de krommen in
twee groepen verdeeld:
- installaties op lage temperatuur
- installaties op hoge temperatuur
De indeling van de twee groepen is gebaseerd op het verschillende
beginpunt van de krommen die voor de hoge tempe10°C is,
een correctie die normaal gesproken wordt toegewezen aan de tem-
peratuur aan perszijde van dit soort installaties, in de klimaatregeling.
Draai de knop en selecteer:
4.2.4
Proportionele omgevingsinvloed
druk op de OK-toets. Draai aan de knop en stel de meest geschikte
waarde in en druk op de toets OK.
De invloed van de kamersonde kan worden afgesteld tussen 20
(maximuminvloed) en 0 (invloed uitgesloten). Op deze wijze is het
mogelijk de invloed van de kamertemperatuur te regelen in de bere-
kening van de temperatuur aan perszijde.
Draai de knop en selecteer:
4.2.5 Maximale temperatuur aan perszijde
druk op de OK-toets. Draai aan de knop en stel de meest geschikte
waarde in en druk op de toets OK.
Draai de knop en selecteer:
4.2.6 Minimale temperatuur aan perszijde
Druk op de OK toets. Draai aan de knop en stel de meest geschikte
waarde in en druk op de OK toets.
Herhaal de beschreven handelingen om de waarden van de zones 2 en
3 in te stellen door menu 5 en 6 te selecteren.
OPMERKING:
Voor de juiste werking van de soorten temperatuurregeling 2. Al-
leen sonde kamertemperatuur, alleen sonde buitentemperatuur.
Sonde kamertemperatuur en sonde buitentemperatuur, parame-
ter 17.1.1 moet ingesteld worden op waarde 1, of de SRA-functie
moet worden geactiveerd.
°C
20
25
15
30
40
50
60
70
80
90
100
°C
10
2.5
3.0
3.5
2.0
1.5
1.2
1.0
0.8
0.6
0.4
0.2
5
0
-5
-10
-15
-20 °C
temper
atuur van de uit
gaande leiding ins
tallatie
lage t
emper
atuur
hoge t
emper
atuur
leveringsw
aar
de
Kamer
temper
atuur
buitentemperatuur
Grafi ek curves