83
OPMERKING: Wanneer het apparaat is uitgeschakeld, kan de ventilator blijven draaien totdat de temperatuur van de
inductiekookplaat lager is dan 50 .
OPMERKING: Verwarm NOOIT leeg kookgerei. Hierdoor zal het apparaat oververhit raken, het kookgerei beschadigen en/of het
apparaat uitschakelen.
Foutcodes:
E00:Geen pan. Om het apparaat te laten werken, moet de pot op de verwarmingsplaat worden geplaatst.
E01:Lage spanning.
E02:Overspanning.
Als er binnen 15 seconden geen bewerking plaatsvindt, keert het terug naar de uitschakelstatus.
HOE TE GEBRUIKEN
4. Sluit een stopcontact van 220-240V ~ 50/60 Hz aan. Het apparaat piept en alle indicatoren lichten één seconde op.
De aan/uit-knop (1) van het hele apparaat bevindt zich op de linker verwarmingsplaat.
1. Druk op de aan/uit-knop (1) op de linker verwarmingsplaten.
Er zijn in totaal 10 temperatuurniveaus voor uw keuze: 60 , 80 , 100 120 , 140 160 , 180 , 200 , 220 , 240 , van de bodem van de pot.
Wanneer de geprogrammeerde tijd is verstreken, piept de inductiekookplaat één keer en wordt automatisch uitgeschakeld.
Het kinderslot kan worden gebruikt wanneer de verwarmingsplaat aan het opwarmen is of op stand-by staat.
De iconen (12) op het linker en rechter display van de verwarmingsplaten lichten samen op.
De werking is hetzelfde voor zowel de linker als de rechter verwarmingsplaten.
Houd ”+” (3) en ”-” (4) samen 3 seconden ingedrukt om het kinderslot in te gaan, het pictogram op het display licht op (8).
1. Plaats de inductiekookplaat op een droge en vlakke ondergrond.
2. Voeg voedsel toe aan het kookgerei.
Alleen de kinderslotknop en aan/uit-knop (1) zijn beschikbaar wanneer het kinderslot is geactiveerd.
Houd de ”+” (3) en ”-”(4) samen 3 seconden ingedrukt om de kinderslotfunctie te annuleren.
5.Kinderslotknop.
6.Druk op de aan/uit-knop (1) op het apparaat aan de linkerkant om het apparaat uit te schakelen wanneer u klaar bent met koken.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de bodem van het kookgerei schoon is, want door vuil kan de bodem aan het oppervlak van de
inductiekookplaat blijven plakken.
2. Druk op de optieknop (2), het displayvenster (7) toont het standaardvermogen “1400” en de verwarming begint. Druk op de “+”/ “-“
knoppen (3/4) om het gewenste vermogensniveau te selecteren: “+” knop (4) om het vermogen te verhogen en “-” knop (3) om het
vermogen te verlagen. Er zijn in totaal 9 vermogensniveaus voor uw keuze: 200W,500W,800W,1000W,1200W,1400W,1600W, 1800W,
2000W.
4. Als u de timer wilt gebruiken, drukt u op de optieknop (2). Het displayvenster (7) toont het standaardvermogen "1400" en begint met
verwarmen. Druk op de “+”/ “-“ knoppen (3/4) om het gewenste vermogensniveau te selecteren: “+” knop (4) om het vermogen te
verhogen en “-” knop (4) om het vermogen te verlagen, druk daarna op de timerknop (5 ). Het displayvenster (7) toont de standaardtijd
“0:00”. Druk op de knoppen “+”/ “-“ om de kooktijd tussen 0-3 uur te selecteren, de knop “+” (4) om de tijd te verhogen en de knop “-
”(3) om de tijd te verlagen. Als u de knop "+" of "-" ingedrukt houdt, zal de tijd sneller veranderen. Zodra de gewenste tijd is
geselecteerd, drukt u nogmaals op de timerknop (5) of wacht u 5 seconden, de timer is nu geactiveerd. Op het displayvenster (7)
wordt afwisselend de timer of het vermogen weergegeven (indien in de temperatuurmodus de timer of temperatuur).
Verwijder de verpakkingselementen en lijn het netsnoer uit.
Verwarm NOOIT leeg kookgerei. Hierdoor zal het apparaat oververhit raken, het kookgerei beschadigen en/of het apparaat
uitschakelen.
3. Druk nogmaals op de optieknop (2) om naar de temperatuurmodus te gaan. De indicator
℃
(11) gaat branden. Het displayvenster
(7) toont de standaardtemperatuur 200
℃
. Druk op de “+”/ “-“ knoppen (3/4) om het gewenste temperatuurniveau te selecteren: de “+”
knop (4) om de temperatuur te verhogen en de “-” knop (3) om de temperatuur te verlagen.
OPMERKING: Als u op enig moment tijdens de kookcyclus de timer wilt annuleren, drukt u gewoon op de timerknop (5).
Als foutcodes E01,E02,E03,E04,E05,E06,E07,E09,E0b,E0d,E12 worden gemeld, neem dan contact op met het servicecentrum voor
inspectie en reparatie.
REINIGING EN ONDERHOUD
Het wordt aanbevolen om het apparaat na elk gebruik te wassen. Trek de stekker uit het stopcontact en wacht tot het is afgekoeld.
3. Zet het kookgerei op de plaats die op het oppervlak van de inductiekookplaat is aangegeven.
Alle onderhoud, behalve schoonmaken, moet worden uitgevoerd door een geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Veeg het apparaat af met een vochtige doek met wat afwasmiddel. Gebruik een stofzuiger om vuil uit de luchttoevoer- en
ventilatorroosters te verwijderen. Reinig het glazen oppervlak en het bedieningspaneel met een zachte, vochtige doek en zachte
reinigingsmiddelen voor glazen oppervlakken.
Zorg ervoor dat er geen water op het fornuis druppelt, dit kan schade veroorzaken. Dompel het apparaat of de kabel nooit onder in
water.
Technische data:
Gebruik geen benzine, oplosmiddelen, borstels of pasta's om de inductiekookplaat schoon te maken.