19
Gebruik altijd de remmen bij het stoppen of parkeren. Om de snelheid te verminderen tijdens
het wandelen, kan de rem wat omhoog getrokken worden.
Voor een goede ondersteuning en veilig wandelen, moet de rollator dicht bij het lichaam
gehouden worden.
Rechtop lopen en vooruitkijken verbetert het evenwicht. Bijzondere zorg moet worden besteed
bij het afdalen langs de stoepranden.
Duw de rollator niet te ver voor je neus, want dan loop je het risico om te vallen.
Merk op dat de rolsnelheid van de rollator sneller kan zijn dan uw loopsnelheid en een risico
vormt om te vallen.
Gebruik de rollator niet op trappen.
Zorg er altijd voor dat uw kleding niet bekneld raakt of vast komt te zitten in de handgrepen of
in andere delen van de rollator.
Tijdens het rijden met het openbaar vervoer is het niet veilig om op de rollator te zitten.