92
| Nederlands
1 609 929 N32 | (10.12.08)
Bosch Power Tools
Aantal zaagbewegingen regelen of vooraf
instellen
PST 700 PE: Door toe- of afnemende druk op de
aan/uit-schakelaar
3
kunt u het aantal zaagbe-
wegingen van het ingeschakelde elektrische ge-
reedschap traploos regelen. Als de aan/uit-scha-
kelaar
3
vergrendeld is, kan het aantal
zaagbewegingen niet worden verminderd.
PST 800 PEL/PST 900 PEL: Met het stelwiel
vooraf instelbaar aantal zaagbewegingen
1
kunt
u het aantal zaagbewegingen vooraf instellen en
tijdens het gebruik veranderen.
Het vereiste aantal zaagbewegingen is afhanke-
lijk van het materiaal en de werkomstandighe-
den en kan proefsgewijs worden vastgesteld.
Geadviseerd wordt om het aantal zaagbewegin-
gen te verminderen als het zaagblad op het
werkstuk wordt geplaatst en bij het zagen van
kunststof en aluminium.
Ingebruikneming lasermodule
(PST 800 PEL/PST 900 PEL)
f
Richt de laserstraal niet op personen of die-
ren en kijk zelf niet in de laserstraal, ook
niet vanaf een grote afstand.
Om
de laser in te schakelen
, drukt u boven op
de schakelaar
15
(„on”)
.
Om
de laser uit te schakelen
, drukt u onder op
de schakelaar
15
(„off”)
.
f
Schakel de laser onmiddelijk na elk gebruik
weer uit.
Bij het omgaan met de lasermodule
(apart of gemonteerd) kunt u door de laser-
straal verblind worden.
f
Verwijder de lasermodule van het elektri-
sche gereedschap wanneer u het elektri-
sche gereedschap stationair gebruikt of een
werkstuk van onderen zaagt.
Bij deze werk-
zaamheden kunt u gemakkelijk door de laser-
straal verblind worden.
Na ca. 10 minuten gebruiksduur wordt de laser
automatisch uitgeschakeld.
Tips voor de werkzaamheden
f
Gebruik bij het bewerken van kleine of dun-
ne werkstukken altijd een stabiele onder-
grond of een zaagtafel (toebehoren).
Lasermodule (PST 800 PEL/PST 900 PEL)
De montage van de lasermodule
16
op het elek-
trische gereedschap is aan te raden wanneer
u langs een reeds gemarkeerde zaaglijn wilt za-
gen. Plaats de lasermodule op het elektrische
gereedschap (zie „Lasermodule aanbrengen of
verwijderen”) en volg bij het zagen met de laser-
lijn de gemarkeerde zaaglijn.
Bij het zagen onder ongunstige omstandigheden
(bijvoorbeeld fel zonlicht) kunt u de zichtbaar-
heid van de laserlijn door het gebruik van de la-
serbril
22
(toebehoren) verbeteren.
f
Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril.
De laserbril dient voor het beter herkennen
van de laserstraal, maar biedt geen bescher-
ming tegen de laserstralen.
f
Gebruik de laserbril niet als zonnebril en
niet in het verkeer.
De laserbril biedt geen
volledige bescherming tegen ultravioletstra-
len en vermindert de waarneming van kleuren.
Zaagbladendepot (zie afbeelding F)
In het zaagbladendepot
6
kunt u maximaal acht
zaagbladen met een lengte tot 110 mm bewa-
ren. Leg de zaagbladen met de enkelnokken-
schacht (T-schacht) in de daarvoor voorziene
uitsparing van het zaagbladendepot. Er kunnen
maximaal vier zaagbladen boven elkaar liggen.
Sluit het zaagbladendepot en duw het tot aan de
aanslag in de uitsparing van de voetplaat
7
.
Invallend zagen (zie afbeeldingen G–H)
f
Alleen zachte materialen als hout en gips-
karton mogen invallend worden gezaagd.
Gebruik voor invallend zagen alleen korte zaag-
bladen. Invallend zagen is alleen mogelijk met
een verstekhoek van 0°.
Zet het elektrische gereedschap met de voorste
rand van de voetplaat
7
op het werkstuk, zonder
dat het zaagblad
12
het werkstuk aanraakt, en
schakel het in. Kies het maximale aantal zaagbe-
wegingen bij elektrisch gereedschap met een re-
1–2:
klein aantal zaagbewegingen
3–4:
gemiddeld aantal zaagbewegingen
5–6:
groot aantal zaagbewegingen
OBJ_BUCH-250-004.book Page 92 Wednesday, December 10, 2008 12:51 PM