Nederlands |
65
Bosch Power Tools
1 609 929 S04 | (30.6.09)
Afgebeelde componenten
De componenten zijn genummerd zoals op de
afbeelding van het meetgereedschap op de
pagina met afbeeldingen.
1
Opening voor laserstraal
2
Batterijwaarschuwing
3
Toets pulsfunctie
4
Functietoets
5
Weergave pulsfunctie
6
Indicatie werkzaamheden zonder
automatisch waterpassen
7
Aan/uit-schakelaar
8
Magneten
9
Statiefopname 5/8"
10
Statiefopname 1/4"
11
Vergrendeling van het batterijvakdeksel
12
Deksel van batterijvak
13
Laser-waarschuwingsplaatje
14
Serienummer
15
Laserdoelpaneel
16
Meetplaat met voet*
17
Laserontvanger*
18
Beschermetui*
19
Universele houder*
20
Laserbril*
21
Statief*
* Niet elk afgebeeld en beschreven toebehoren wordt
standaard meegeleverd.
Montage
Batterijen inzetten of vervangen
Voor het gebruik van het meetgereedschap wor-
den alkalimangaanbatterijen geadviseerd.
Als u het batterijvakdeksel
12
wilt openen, duwt
u de vergrendeling
11
in de richting van de pijl
en klapt u het batterijvakdeksel open. Plaats de
batterijen. Let daarbij op de juiste poolaanslui-
tingen, zoals aangegeven op de binnenzijde van
het batterijvakdeksel.
Als de batterijen bijna leeg zijn, klinkt eenmaal
een geluidssignaal van 5 seconden. De batterij-
waarschuwing
2
knippert continu rood. Het
meetgereedschap kan niet langer dan 2 uur wor-
den gebruikt.
Als de batterijen bij het inschakelen van het
meetgereedschap bijna leeg zijn, klinkt het ge-
luidssignaal van 5 seconden meteen na het in-
schakelen van het meetgereedschap.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Ge-
bruik alleen batterijen van één fabrikant en met
dezelfde capaciteit.
f
Neem de batterijen uit het meetgereed-
schap als u het langdurig niet gebruikt.
Als
de batterijen lang worden bewaard, kunnen
deze gaan roesten en leegraken.
Gebruik
Ingebruikneming
f
Bij gebruik van het meetgereedschap klin-
ken onder bepaalde omstandigheden luide
geluidssignalen. Houd daarom het meetge-
reedschap uit de buurt van uw oor en van
andere personen.
Het luide geluid kan het
gehoor beschadigen.
f
Bescherm het meetgereedschap tegen
vocht en fel zonlicht.
f
Stel het meetgereedschap niet bloot aan
extreme temperaturen of temperatuur-
schommelingen.
Laat het bijvoorbeeld niet
lange tijd in de auto liggen. Laat het meetge-
reedschap bij grote temperatuurschomme-
lingen eerst op de juiste temperatuur komen
voordat u het in gebruik neemt. Bij extreme
temperaturen of temperatuurschommelin-
gen kan de nauwkeurigheid van het meetge-
reedschap nadelig worden beïnvloed.
f
Voorkom heftige schokken of vallen van het
meetgereedschap.
Na sterke externe inwer-
kingen op het meetgereedschap dient u,
voordat u de werkzaamheden voortzet, altijd
een nauwkeurigheidscontrole uit te voeren
(zie „Waterpasnauwkeurigheid”).
f
Schakel het meetgereedschap uit wanneer
u het verplaatst of vervoert.
Bij het uitscha-
kelen wordt de pendeleenheid vergrendeld.
Anders kan deze bij heftige bewegingen be-
schadigd raken.
OBJ_BUCH-907-001.book Page 65 Tuesday, June 30, 2009 2:32 PM