Nederlands |
111
In-/uitschakelen
U kunt het meetgereedschap met de
aan/uit-toets/toets Mode
(12)
of met de
toets
Meten
(1)
inschakelen. Na een korte startsequentie bevindt het meetgereedschap zich
altijd in de modus voor oppervlaktetemperatuur en is gereed voor gebruik met de emis-
siegraad die bij de laatste keer uitschakelen opgeslagen is. Er wordt nog geen meting ge-
start, de laser is uitgeschakeld. Na het indrukken van de
toets Meten
(1)
begint het
meetgereedschap met een meting.
u
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbeheerd achter en schakel het
meetgereedschap na gebruik uit.
Andere personen kunnen door de laserstraal ver-
blind worden.
u
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk zelf niet in de laserstraal,
ook niet vanaf een grote afstand.
Om het meetgereedschap
uit te schakelen
drukt u circa 2 seconden op de
aan/uit-
toets/toets Mode
(12)
.
Als circa
5
minuten lang geen toets op het meetgereedschap wordt ingedrukt, schakelt
het meetgereedschap automatisch uit om de batterijen te sparen.
Meetvoorbereiding
Maateenheid temperatuurmetingen omschakelen
Om tussen maateenheden Celsius en Fahrenheit te wisselen, drukt u circa 3 seconden
op de toets Emissiegraad
(13)
.
De actuele instelling verschijnt in de aanduiding maateenheid temperatuurmetingen
(f)
.
Emissiegraad voor oppervlaktetemperatuurmetingen
Voor het bepalen van de oppervlaktetemperatuur wordt contactloos de natuurlijke infra-
rood-warmtestraling gemeten die het object waar het meetgereedschap op wordt ge-
richt, uitzendt. Voor correcte metingen moet de bij het meetgereedschap ingestelde
emissiegraad
vóór elke meting
gecontroleerd en eventueel aan het meetobject aange-
past worden.
Voor het wijzigen van de emissiegraad drukt u zo vaak kort op de toets
Emissiegraad
(13)
tot in de aanduiding Emissiegraad
(e)
de voor de volgende meting
juiste emissiegraad is geselecteerd. Bevestig de keuze met de toets Meten
(1)
of met de
aan/uit-toets/toets Mode
(12)
.
Bosch Power Tools
1 609 92A 7M8 | (03.05.2022)