9
4.1.1 Sudderen, rijst koken
•
Sudderen vindt plaats onder het kookpunt, rond 85 ˚C, wanneer belletjes af en toe omhoog komen
naar het oppervlak van de kookvloeistof. Dat is de sleutel tot heerlijke soepen en malse stoofschotels,
omdat de smaken zich kunnen ontwikkelen zonder het voedsel te gaar te koken. Ook sauzen op
eibasis of met meel gebonden moeten onder het kookpunt worden gekookt.
•
Voor sommige gerechten, waaronder het koken van rijst volgens de absorptiemethode, moet een
stand worden gekozen die hoger is dan de laagste stand om ervoor te zorgen dat het voedsel correct
gekookt is binnen de aanbevolen tijd.
4.1.2. Vlees dichtschroeien
Sappig, smakelijk vlees braden:
1. Laat het vlees ongeveer 20 minuten voor het koken op kamertemperatuur komen.
2. Verhit een koekenpan met een dikke bodem.
3. Smeer beide zijden van het vlees in met olie. Giet een klein beetje olie in de hete pan en plaats het
vlees dan in de koekenpan.
4. Draai het vlees maar eenmaal tijdens braden. De exacte braadtijd is afhankelijk van de dikte van het
vlees en hoever u het vlees doorbakken wilt hebben. Tijden variëren van ongeveer 2 - 8 minuten per
zijde. Druk het vlees in om te controleren hoe doorbakken het is hoe steviger het vlees aanvoelt, des
te “beter doorgebakken” het is.
5. Voorafgaand aan het serveren legt u het vlees enkele minuten op een warm bord, zodat het kan
rusten en nog malser wordt.
4.1.3 Roerbakken
1. Kies een wok of een grote koekenpan met een vlakke bodem die geschikt is voor keramisch koken.
2. Zorg dat u alle ingrediënten en kookgerei onder handbereik hebt. Roerbakken moet snel gaan.
Wanneer u grote hoeveelheden kookt, moet u het voedsel in meerdere kleine porties bereiden.
3. Verhit de pan even voor en voeg twee eetlepels olie toe.
4. Eventueel vlees kookt u als eerste, leg dit apart en houd het warm.
5. Roerbak de groenten. Wanneer ze warm maar nog knapperig zijn, verlaagt u de vermogensstand van
de kookzone, voeg het vlees weer toe en daarna uw saus.
6. Roerbak de ingrediënten voorzichtig zodat ze goed doorgaren.
7. Onmiddellijk serveren.
5.
Warmtestanden
De onderstaande standen zijn enkel richtlijnen. De exacte stand is afhankelijk van verschillende factoren,
waaronder uw kookgerei en de hoeveelheid die u kookt. Experimenteer met de
keramische kookplaat om
de instellingen te vinden die het beste bij u passen.
Warmtestand
Geschikt voor
1 – 3
• Voorzichtig verwarmen van kleine hoeveelheden voedsel
• Smelten van chocolade, boter en levensmiddelen die snel verbranden
• Langzaam sudderen
• Langzaam opwarmen
4 – 6
• Opwarmen
• Snel sudderen
• Rijst koken
7 – 8
• Pannenkoeken
9 – 10
• Snel bakken/braden
• Pasta koken