SK
LINE
sportkoncept
75
Druk op de getallentoetsen om een 2-cijferig getal te wijzigen en in te voeren (waarden: 10 ~ 60
)
. Als het
getal buiten deze grenswaarden valt, zal de standaard tijdsinstelling weergegeven worden. Voer een waarde
in binnen genoemde grenswaarden en druk op ENTER om te bevestigen, waarna u het programma kunt
starten.
Nadat u de laatste instelling gespecificeerd hebt, worden alle waarden samen opgeslagen. Het
inspanningsniveau is 1 en wordt elke minuut naar de volgende regel verplaatst. Als de snelheid (RPM) te
traag is, zal de puntenmatrixweergave “RPM
” weergeven en na 15 seconden overgeschakeld worden naar
de pauzemodus.
Begin de oefening met een pedaalritme van tussen 70 tot 80 R.P.M., op de telemetrische pulsmeetband
zetten. Mocht u boven of onder deze R.P.M geraken, dan zal de bovenste LED-reeks (A), Fig.2, de prompt
"R.P.M
" weergeven.
Dit programma gebruikt een vooraf ingesteld inspanningsniveau gedurende de eerste drie minuten om elk
type letsel te voorkomen. Na de derde minuut zal de computer de inspanningsinstelling automatisch
aanpassen om het pulsritme op de vooraf geprogrammeerde waarde te houden.
INSTELLING AUTOMATISCHE INSPANNING.-
Aan het begin van de oefening stelt het toestel het inspanningsniveau in op het minimum, d.w.z. 50W, totdat
de eerste pulslezing gedaan wordt.
Zodra de pulsfrequentie vastgesteld is, berekent het programma elke X seconden uw hartfrequentie (deze
periode kan gewijzigd worden in een waarde tussen 20 tot 60 seconden binnen het SPR-programma).
De inspanningsinstelling die gebaseerd is op de pulsfrequentie wordt in de volgende stappen uitgelegd.
1.- DOELHARTRITME
groter dan
WERKELIJKE HARTRITME
:
Als het verschil tussen het
DOELHARTRITME
en het
WERKELIJKE HARTRITME
gelijk is aan of groter dan
15 p.p.m., zal de
AUTOMATISCHE INSPANNINGSCONTROLE
starten, toenemend in stappen van 20
Watt. Als dit verschil minder is dan 15 p.p.m, zal de controle plaatsvinden in stappen van 10 Watt, totdat
beide hartritmes aangepast zijn.
2.- WERKELIJKE HARTRITME
groter dan
DOELHARTRITME
:
Als het verschil tussen het
WERKELIJKE HARTRITME
en het
DOELHARTRITME
gelijk is aan of groter dan
15 p.p.m., zal de
AUTOMATISCHE INSPANNINGSCONTROLE
starten, afnemend in stappen van 20 Watt.
Als dit verschil minder is dan 15 p.p.m., zal de controle plaatsvinden in stappen van 10 Watt, totdat beide
hartritmes aangepast zijn.
- Als het verschil tussen het
WERKELIJKE HARTRITME
en het
DOELHARTRITME
gelijk is aan of groter
dan 30 p.p.m, zal het onderste alfanumerieke scherm (B) de boodschap “
VERMINDER
INSPANNINGSNIVEAU, UW HARTRITME IS TE HOOG”
weergeven en de automatische controle van het
toestel zal het inspanningsniveau laten zakken tot het minimum (50 W).
Als er geen hartritme wordt geconstateerd gedurende de oefening, zal de boodschap
“Hartritmewaarde?”
oplichten; als deze situatie meer dan 60 seconden voortduurt, zal de machine terugkeren op handbediening.
OPMERKING:
Naar het maximale aantal hartslagen dat een persoon niet zou moeten overschrijden wordt
verwezen als het maximale hartritme en deze waarde zakt met de leeftijd. Een simpele formule om deze
waarde te berekenen is uw leeftijd, in jaren, af te trekken van 220. Het maximale hartritme voor juist
oefenen zou gehouden moeten worden tussen 65% en 85%, het is niet aanbevelenswaardig om boven 85%
uit te gaan.
Uit veiligheidsoverwegingen valt het aan te bevelen om beneden 85% van het maximale hartritme te
oefenen. Als u geen hartritmemeetsysteem gebruikt, zal het hartsymbool en een vraagteken op het scherm
verschijnen; als het toestel daarna nog steeds geen enkele hartritme-informatie krijgt, zal het programma
geannuleerd worden en zult u een nieuwe programmaselectie moeten maken.