NEDERLANDS
1) TECHNISCHE GEGEVENS
SLAGBOOM
Voeding
110-120V~ 50/60Hz
220-230V~ 50/60 Hz(*)
Motorspanning
24V
Max. opgenomen vermogen
300W
Interne smering
permanent vet
Max. koppel
280-290 Nm
Reactie op de botsing
Elektronische koppelbegrenzer
Minimale openingstijd
2,2s
Lengte boom
van 2 tot 6 meter
Handmatige mechanische deblokkering gepersonaliseerde sleutel
Soort boom
BOOM ES, BOOM PS
Aanslag
elektromechanisch
Maximale gebruikscyclus
balk 3m
5000 manoeuvres/24u
balk 6m
2000 manoeuvres/24u
Noodbatterijen (optioneel)
2 batterijen van12V 1,2Ah
Omgevingscondities
van -20°C tot +55°C
Beschermingsgraad
IP 54
Lawaaierigheid
<70dBA
Gewicht (zonder boom)
41 Kg
Afmetingen
zie fig. B
BEDIENINGSPANEEL
Netwerkisolatie/laagspanning
> 2MOhm 500V
Diëlektrische sterkte
netwerk/bt 3750V~ per 1 minuut
Thermische beveiliging
Software
Voeding accessoires
24V~(0,5A max. absorptie)
24V~safe
AUX 0
Gevoed contact 24V~N.O.
(1A max)
AUX 3
contact N.O. (24V~ /1A max)
Verklikkerlichtsignaal slagboom open 24V~ 3W max
Zwaailicht
24V~ 25W max
Zekeringen
zie Fig. I
Aantal combinaties
4 miljard
Radio-ontvanger Rolling-Code geïntegreerd frequentie 433.92MHz
Max. aantal afstandsbedieningen die in het
geheugen kunnen worden opgeslagen
63
Instelling parameters en opties
LCD-display /universele programme-
erbare palmtop
(*)= speciale voedingsspanningen op aanvraag
2) VOORBEREIDING VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE
OPGELET: alvorens het klepje te openen, moet de veer ontspannen zijn
(verticale boom).
De elektrische installatie (Fig. A) voorbereiden onder verwi-
jzing naar de geldende normen. De aansluitingen van het voedingsnet duidelijk
gescheiden houden van de service-aansluitingen (fotocellen, gevoelige randen,
besturingsinrichtingen etc.).
In fig.A word het aantal aansluitingen vermeld en de doorsnede voor een lengte
van de voedingskabels van 100 meter; voor grotere lengtes de doorsnede bere-
kenen voor de werkelijke belasting van het automatiseringssysteem. Wanneer
de lengte van de secundaire aansluitingen 50 meter overschrijdt of deze door
kritische zones lopen vanwege de interferenties, wordt de ontkoppeling van de
besturings- en veiligheidsinrichtingen met passende relais aangeraden.
WAARSCHUWINGEN
– Tijdens de bekabelings- en installatiewerkzaamheden de
geldende normen raadplegen en in ieder geval de geldende technische normen.
De met verschillende spanningen gevoede geleiders moeten fysiek gescheiden
worden, of op passende wijze geïsoleerd worden met min. 1 mm extra isolatie.
De geleiders moeten verbonden worden door een extra bevestiging in de buurt
van de klemmen, bijvoorbeeld met behulp van bandjes. Houd de verbindingska-
bels op grote afstand van de koellichamen.
3) AANSLUITINGEN (FIG. I)
Na de passende elektrische kabels door de kanalen te hebben gevoerd
en de verschillende componenten van het automatiseringssysteem op de
vooraf gekozen punten bevestigd te hebben, wordt overgegaan tot hun
aansluiting volgens de aanwijzingen en de schema’s aanwezig in de desbe-
treffende instructiehandleidingen. De verbinding van de fase, de neutraal en
de aarde uitvoeren (verplicht). De netwerkkabel moet geblokkeerd worden
in de daarvoor bestemde kabelklem, de kabels van de accessoires in de
kabelklem, de gele/groene geïsoleerde beschermingsleiding (aarde) moet
worden aangesloten in de daarvoor bestemde inspanklem.
OPGELET:
De elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd door
gekwalificeerd en ervaren personeel, vakkundig, overeenkomstig alle
geldende normen, met gebruik van passende materialen. De elektrische
installatie voorbereiden onder verwijzing naar de geldende normen voor
de elektrische installaties. De aansluitingen van het voedingsnet duidelijk
gescheiden houden van de service-aansluitingen.
Het blijkt noodzakelijk aan het begin van de installatie een lastschakelaar
te installeren met minimumafstand contactopening van 3,5 mm, met
magnetothermische bescherming en differentieel met passend vermogen
aangepast aan het gebruik van het apparaat. Voor de bekabeling alleen
kabels gebruiken in overeenstemming met geharmoniseerde of nationale
normen met dwarsdoorsnede gecoördineerd met de beveiligingen aan het
begin, met het verbruik van het apparaat en met de installatiecondities.
Klem
Definitie
Beschrijving
Vo
eding
L
FASE
Eénfasige voeding
220-230V 50/60 Hz*
N
NEUTRAAL
JP31
PRIM TRASF
Primaire aansluiting transformator, 220-230V.
JP32
JP13
SEC TRASF
Alimentación tarjeta:
24V~ Secundario transformador
M
ot
or
10
MOT1 +
Aansluiting motor
11
MOT1 -
Au
x
20
AUX 0 - GEVOED CONTACT 24V
(N.O.) (1A MAX)
Configureerbare uitgang AUX 0 - Default ZWAAILICHT.
2° RADIOKANAAL/ VERKLIKKER HEK OPEN SCA/ Bediening VERLICHTING/ Bediening VERLICHTING ZONE/ TRAPVERLICHTING/
ALARM HEK OPEN/ ZWAAILICHT/ ELEKTROSLOT MET SCHAKELAAR/ ELEKTROSLOT MET MAGNEET/ ONDERHOUD/ ZWAAILICHT
EN ONDERHOUD/ UITGANG BARRIÈRESTATUS/ LICHTEN STANG. Raadpleeg de tabel “Configuratie uitgangen AUX”.
21
26
AUX 3 - VRIJ CONTACT (N.O.)
(Max 24V 1A)
Configureerbare uitgang AUX 3 - Defaul t Uitgang 2°RADIOKANAAL
2° RADIOKANAAL/ VERKLIKKER HEK OPEN SCA/ Bediening VERLICHTING/ Bediening VERLICHTING ZONE/ TRAPVERLICHTING/
ALARM HEK OPEN/ ZWAAILICHT/ ELEKTROSLOT MET SCHAKELAAR/ ELEKTROSLOT MET MAGNEET/ ONDERHOUD/ ZWAAILICHT EN
ONDERHOUD/ UITGANG BARRIÈRESTATUS/ LICHTEN STANG. Raadpleeg de tabel “Configuratie uitgangen AUX”.
27
Eindaan
-
slagen
41
+ REF RIF
Gemeenschappelijke referenties
42
RIFC
Referentie bij sluiten RIFC (N.C)
43
RIFO
Referentie bij openen RIFC (N.C)
Vo
eding
ac
cessoir
es
50
24V-1~/-24V
Uitgang toevoer accessoires. De voeding van de accessoires is a.c. (~) wanneer de kaart wordt gevoed met netspanning en
d.c. (
) wanneer het werkt op batterijen.
51
24V-2~/+24V
52
VSAFE 24V-2~/+24V
Uitgang voeding voor geverifieerde veiligheidsvoorzieningen (zender fotocellen en zender gevoelige rand).
Uitgang enkel actief tijdens de bewegingscyclus. De voeding van de geverifieerde voorziening komt van de klemmen 50-52.
Commando
’s
60
Normaal
Normaal ingangen IC 1 en IC 2
61
IC 1
Configureerbare ingang van commando 1 (N.O.) - Default OPEN.
START E / START I / OPEN / CLOSE / TIMER / OPEN
Raadpleeg de tabel "Configuratie van de commando-ingangen".
62
IC 2
Configureerbare ingang van commando 2 (N.O.) - Default CLOSE.
START E / START I / OPEN / CLOSE / TIMER / OPEN
Raadpleeg de tabel "Configuratie van de commando-ingangen”.
56
GIOTTO BT A ULTRA 36
D814017 2F
A00_02
Summary of Contents for GIOTTO BT A ULTRA 36
Page 64: ......