19
NL
WERKING - Plaatsing
Plaats de convectorkachel in de te verwarmen ruimte, op een stabiele ondergrond. De werking van de kachel
is gebaseerd op het verwarmen van langsstromende lucht. Daarom is de beste plek om de convectorkachel
te plaatsen ongeveer 20 à 25 cm voor het raam. Circulatie van lucht treedt op door afkoeling van de lucht
door het raam en verwarming door de convectorkachel.
LET OP:
• Zorg ervoor dat lucht gemakkelijk door de kachel kan stromen. Daarom moeten de onderkant en
bovenkant van de convectorkachel altijd vrij blijven. Hang nooit artikelen op de convectorkachel om te
drogen. Door de ontwikkelde warmte kunnen deze zeer gemakkelijk vlam vatten.
WERKING - Gebruik
1. Draai de thermostaatknop helemaal naar “O” .
3. Steek de stekker in het stopcontact.
4. Kies met de gewenste functieknop de gewenste instelling:
Functieknop a = 1250 Watt
Functieknop b = 750 Watt
Functieknop a+b = 2000 Watt
5. Draai de thermostaatknop in de richting van “MAX”. Het apparaat schakelt in als u een klik hoort, het
indicatielampje aan/uit gaat dan branden. Door de thermostaatknop verder door te draaien, verhoogt u
de ingestelde temperatuur.
6. Zet de turboventilator aan, met de functieknop c, als u de warmte snel in de ruimte wilt verspreiden. U
kunt ook alleen de turboventilator aan zetten om alleen koude lucht te verspreiden
7. Zet na gebruik het apparaat weer uit door de functieknop uit zetten en neem de stekker uit het
stopcontact. Zet de thermostaatknop weer op “O”.
Om de ideale thermostaatinstelling te vinden, draait u de thermostaatknop helemaal rechtsom. Wanneer de
ruimte op de gewenste temperatuur is, draait u de knop weer langzaam linksom, totdat u een klik hoort. Het
apparaat slaat nu af. De temperatuurcontrole zorgt ervoor dat de ingestelde temperatuur gehandhaafd blijft.
LET OP:
• Zorg dat u de luchtinlaat en -uitlaat nooit afdekt.
• De thermostaat schakelt het verwarmingselement en de turboventilator uit zodra de gewenste tempera-
tuur is bereikt.
• De convectorkachel is voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Bij een te hoge bedrijfstemperatuur
schakelt de convectorkachel automatisch uit. Als de temperatuur voldoende gedaald is, schakelt de
oververhittingsbeveiliging uit en kan de convectorkachel weer gebruikt worden.
REINIGING EN ONDERHOUD
• Haal de stekker uit het stopcontact en laat de convectorkachel goed afkoelen.
• Reinig de convectorkachel met een vochtige doek. Indien nodig kunt u de convectorkachel reinigen met
een sopje. Zorg ervoor dat er geen vloeistof in de convectorkachel komt.
• Droog het apparaat na het reinigen grondig.
• Dompel het apparaat nooit onder in water.
LET OP:
• Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of scherpe voorwerpen (zoals messen of
harde borstels) bij het reinigen.
Summary of Contents for ACV2001
Page 2: ......
Page 39: ......
Page 40: ...v190613 03 BESTRON COM WHATSAPP NEED HELP CHAT WITH US WHATSAPP CUSTOMER SERVICE ...