BEEM – Elements of Lifestyle
41 / 52
3.
Opwarmen
Wanneer u de snelkookpan beweegt, houdt u deze steeds aan beide handgrepen vast.
Verwarm de snelkookpan enkel op een effen, rechte kookplaat.
•
In het begin wanneer u kookt, komt er stoom uit het inspectieruitje van het
veiligheidsventiel vrij. Dit is normaal omdat de druk op dat moment nog niet volstaat
om het veiligheidsventiel te sluiten. Zodra deze druk bereikt is, komt de rode dop van
het veiligheidsventiel omhoog en kunt u dit in het inspectieruitje duidelijk zichtbaar
vaststellen.
•
Stel aan het regelventiel de gewenste druktrap in (zie daarvoor ook onze
aanbevelingen in hoofdstuk 9 Opmerkingen over de kooktijd)
•
Zodra er stoom uit het regelventiel vrijkomt, schakelt u de kooktrap trapsgewijs terug
totdat er bijna geen stoom meer ontsnapt. Vanaf dat moment geldt de in hoofdstuk 9
onder “Kooktijd” aangegeven waarden.
•
Indien er helemaal geen stoom meer uit het ventiel vrijkomt, schakelt u de
hittetoevoer terug trapsgewijs hoger. Zodra er weer een beetje stoom verschijnt,
handhaaft u de instelling van de kooktrap.
4.
Openen van de snelkookpan
•
Langzame methode:
Zodra de kooktijd beëindigd is, schakelt u de hittetoevoer uit en laat u de pan
langzaam afkoelen. De rode dop van het veiligheidsventiel zakt – in het
inspectieruitje duidelijk waar te nemen. Gelieve in acht te nemen dat de afkoeltijd bij
de totale kooktijd gerekend wordt.
•
Snelle methode:
Om ertoe te komen dat de snelkookpan sneller afkoelt en afdampt, zet u het
regelventiel in de stand “Snel afdampen” en/of houdt u de gesloten snelkookpan
onder koud water.
5.
Verwijderen van het deksel
Het is altijd pas mogelijk om het deksel te openen wanneer de rode dop in het
veiligheidsventiel compleet in het inspectieruitje weggezonken is, d.w.z. wanneer de druk
volledig afgebouwd is. Zolang dit niet het geval is, is het deksel door een
veiligheidsmechanisme afgesloten.