9
NEDERLANDS
NL
6.3.
Reiniging van de verwarmingsplaat
Ga hiervoor als volgt te werk.
Verwijder de roosters van de branders
van de glasplaatje (
A
).
Haal de vlamverdeler
B
er af.
Reinig zorgvuldig het lichaam van de brander
C
en de vlamverdeler (
B
).
Reinig het bakje
D
goed met een zacht
doekje en een neutraal reinigingsmiddel.
Droog het schoongemaakte oppervlak goed
en zet de elementen opnieuw in elkaar.
Bescherm de binnenkant van de
brander van de gasplaat tegen het
binnendringen van water en vuil, om
onjuiste werking van de brander en
verstoppen van de sproeier te
voorkomen.
6.4.
Reiniging van de oven
Als de oven koud is, kunnen de bodem en de
roosters eruit worden genomen.
Na het reinigen van de oven dient deze leeg te
worden aangezet, om roestvorming te voorkomen.
Ga hiervoor als volgt te werk:
Neem de bodem van de oven (
A
) eruit en het
rooster (
B
) en reinig zorgvuldig.
Reinig de binnenkant van de oven van
eventuele verbrandingen die het juiste werk
van de oven kunnen storen.
Droog het schoongemaakte oppervlak goed en
zet de elementen er opnieuw in.
B
A
ID 07
A
B
C
D
ID 06