24
Draag de juiste
werkkleding
.
−
Nauw
sluitende kleding en geen
sieraden
dragen.
−
veiligheidshandschoenen
−
geen schoenen met gladde zolen dragen
−
Bij lang haar een
haarnet
dragen.
Draag persoonlijke
beschermingsmiddelen
.
−
Veiligheidsbril
Zorg dat uw
werkomgeving
op orde
is. Rommel kan onge-
vallen veroorzaken.
Let op de
omgevingsinvloeden
.
−
Zet de heggeschaar niet aan
regen
bloot.
−
Gebruik de heggeschaar niet in
vochtige
of natte
omgeving.
−
Werk slechts bij voldoende zicht
−
Gebruik de heggeschaar niet in de nabijheid van
brandbare vloeistoffen of gassen
.
Laat de heggeschaar
nooit zonder toezicht.
Personen onder 18
jaren mogen het werktuig niet
bedienen.
Hou
andere personen
op afstand.
Laat andere personen, in het bijzonder
kinderen
, het
gereedschap
of de
kabel
niet aanraken.
Houdt ze ver van uw werkplek weg.
Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met de
juiste belasting
van de machine.
Werk alleen met alle
veiligheidsvoorzieningen
op de juiste
wijze aangebracht. Verander niets aan de machine wat de
veiligheid in gevaar kan brengen.
Gebruik geen messen die niet aan de vermelde gegevens in
deze gebruiksaanwijzing beantwoorden.
Het gebruik van gereedschappen en toebehoren van
een ander fabrikaat kan risico’s met zich meebrengen.
Schakel de machine uit en neem de
steker uit het
stopcontact
bij:
−
Reparatiewerkzaamheden
−
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
−
bij het verhelpen van storing (hiertoe behoort ook het
blokkeren van de messen)
−
Transport en opslag
−
Verlaten van de heggeschaar (ook bij korte
onderbrekingen)
Verzorg
uw heggeschaar met zorgvuldigheid:
−
Houdt de werktuigen scherp en schoon, om beter en
veilig te kunnen werken.
−
Hou de
handgrepen
vrij van vet en olie.
−
Volg de onderhoudsvoorschriften.
Onderzoek de machine op eventuele
beschadigingen.
−
Voor het verdere gebruik van de machine moeten alle
veiligheidsvoorzieningen
gecontroleerd worden op de
juiste montage en het goed functioneren.
−
Controleer of alle
bewegende delen
van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn.
Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
−
Beschadigde bescherminrichtingen en - delen moeten,
indien noodzakelijk, door een erkende reparatiewerk-
plaats gerepareerd of verwisseld worden. Met uitzonde-
ring indien in de gebruiksaanwijzing anders aangegeven.
−
Beschadigde of onleesbare
veiligheidsstickers
dienen
te worden
vervangen
..
Laat geen sleutels steken!
Controleer vóór het inschakelen altijd of de sleutels en
instelgereedschappen verwijderd zijn.
Als u de
machine niet gebruikt
moet u hem op een droge
plaats, buiten het bereik van kinderen opslaan.
Elektrische veiligheid.
De
aansluitkabel
moet volgens IEC 60245 (H 07 RN-F) zijn,
met een draad doorsnede van minstens:
−
1,5 mm² bij een lengte
tot
25m.
−
2,5 mm² bij een lengte
vanaf
25m.
Bescherm u tegen een
elektrische schok
. Raak geen
geaarde delen aan.
Gebruik de
kabel
niet voor doeleinden warvoor hij niet ge-
schikt is.
Bescherm
de kabel tegen
hitte, olie of scherpe
randen
. De steker niet met de kabel uit het stopcontact
trekken.
Draag het toestel nooit aan de aansluitleiding.
Controleer
regelmatig de kabel van de heggeschaar en laat
het bij beschadigingen door een erkende vakman
vervangen.
Bij het verleggen van de
aansluitkabel
erop letten dat deze
niet stoort, gekneust, geknikt en de steekverbinding niet nat
wordt.
Controleer de
verleng kabel
regelmatig op beschadigingen
en vervang hem als hij beschadigd is.
Gebruik
geen defecte kabels
.
Gebruik alleen
toegestane
en gemerkte verlengkabels.
Maak
geen geknutselde
elektrische aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen
nooit overbruggen
of buiten-
werking stellen.
Het apparaat via een
veiligheidsschakelaar
(30 mA)
aansluiten.
Elektrische aansluitingen
of
reparaties
mogen alleen
door een erkend bedrijf of een erkende reparatiewerkplaats
uitgevoerd worden. De plaatselijke voorschriften moeten
opgevolgd worden.
Reparaties
aan andere delen van de
machine
mogen
alleen door de
fabrikant
of een door hem erkende werk-
plaats uitgevoerd worden.
Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken.
Bij het
gebruik van niet originele onderdelen
kunnen
risico’s voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen hierdoor
ontstaan.