NL 27
Beluchting
De elektronica in het toestel heeft koeling nodig. Het toestel schakelt
na korte tijd uit wanneer er onvoldoende lucht circuleert. Aan de
onderzijde van het toestel bevinden zich de ventilatie-openingen.
Door deze openingen moet koele lucht aangezogen kunnen
worden. Aan de voorzijde en onderzijde is het toestel voorzien van
uitblaasopeningen.
Inbouwen boven een oven, lade of vaste blende
Beluchting vindt plaats via plint (A) en achterzijde kast (B). Zaag
de beluchtingsopeningen (min. 100 cm
2
) uit. Luchtaanvoer A is
overbodig wanneer er, samen met opening B, ergens anders een
opening is waar lucht aangezogen kan worden.
Zorg ervoor dat de traverselat de luchtdoorvoer niet hindert.
Schaaf of zaag de traverselat C zonodig schuin af.
Een lade mag de ventilatie-openingen aan de onderzijde van het
toestel niet afsluiten. Bij een lade moet er aan de voorzijde een spleet
gemaakt worden van minimaal de toestelbreedte. De afstand tussen
lade A en de kookplaat moet minimaal 10 mm bedragen.
A
C
B
Algemeen
INSTALLATIEVOORSCHRIFT