NL 12
Instellen
Inschakelen en vermogen instellen
Het vermogen is in te stellen in 9 standen. Daarnaast is er nog een
‘boost’ stand, te herkennen aan een ‘P’ in de display (zie pagina 13;
‘Boost’).
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Druk op de aan-/uittoets
van de kookplaat.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en in de display van elke kookzone
verschijnt ‘0.’. Het rode lampje rechtsboven de aan-/uittoets
brandt constant.Wanneer u geen verdere actie onderneemt, schakelt de
kookzone na 10 seconden vanzelf uit.
3. Stel met de
of
toets van de gewenste kookzone de gewenste
stand in. De kookplaat start automatisch in de ingestelde stand
(als er een pan gedetecteerd wordt).
º
Drukt u de eerste keer op de
toets, dan verschijnt stand ‘4.’.
º
Drukt u de eerste keer op de
toets, dan verschijnt stand ‘9.’.
Tip
•
U kunt de
of
toets ingedrukt houden om sneller het
gewenste vermogen in te stellen.
Pandetectie
Indien de kookplaat na het instellen van een kookvermogen
geen (ijzerhoudende) pan detecteert, zal in het display het
pandetectiesymbool om en om met de gekozen vermogensstand
blijven knipperen en de kookzone blijft koud. Indien er binnen
1 minuut geen (ijzerhoudende) pan geplaatst wordt, schakelt de
kookzone automatisch uit (zie ook pagina 10 en 11; “Pannen”).
Restwarmte-indicatie
Na intensief gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog
enkele minuten warm blijven. Zolang de kookzone heet is, blijft er
een ‘H.’ in de display staan.
BEDIENING