– 13 –
I
Indicazione!
Osservare la classificazione della ser-
ratura.
Per la classificazione comples-
siva della porta antipanico, considerare
sempre la classe più bassa di ogni singolo
componente.
Ulteriori informazioni.
Leggere inoltre le
informazioni che accompagnano la ser-
ratura e osservarle.
I
Aanwijzing!
Classificatie van het slot in acht nemen:
voor de classificatie van de paniekdeur als
geheel is altijd de laagste klasse van een
individueel element maatgevend.
Verdere informatie:
Lees de met het slot
meegeleverde informatie en neem deze
in acht.
Montaggio
!
Av ver tenza!
Una distanza eccessiva dal telaio
della porta può compromettere
l’azionamento.
La distanza sul lato ser-
ratura tra la barra antipanico e il telaio
di porta non deve essere superiore a
150 mm. Per rispettare questa misura,
dopo il montaggio comprovare la distanza
misurandola.
Una barra a spinta orizzontale
troppo corta può compromettere
l’azionamento.
La barra a spinta orizzon-
tale va installata tenendo presente la sua
massima lunghezza efficace. La lunghezza
della barra a spinta orizzontale deve cor-
rispondere ad almeno il 60% della larghez-
za efficace della porta.
Un’altezza di montaggio errata può
compromettere l’azionamento.
La
barra a spinta orizzontale va installato di
norma ad un’altezza compresa tra 900 e
1100 mm dalla superficie del pavimento
finito, a porta chiusa. Qualora si sia a cono-
scenza del fatto che la maggior parte degli
utenti dell’edificio non hanno bambini,
si consideri una riduzione dell’altezza di
montaggio.
Montage
!
Waarschuwing!
Een te grote afstand tot het deurkozijn
kan de bediening negatief beïnvloeden.
De afstand tussen de paniekgreepstang en
het deurkozijn mag maximaal 150 mm be-
dragen. De naleving van deze maat dient
na de montage gecontroleerd te worden
door nameting.
Een te korte greepstang kan de be-
diening negatief beïnvloeden:
De
greepstang moet zo gemonteerd worden
dat een zo groot mogelijke effectieve
stanglengte wordt bereikt. De greepstang-
lengte moet minimaal 60% van de effec-
tieve deurbreedte bedragen.
Een foute montagehoogte kan de
bediening negatief beïnvloeden:
De
greepstang zou gewoonlijk moeten
worden aangebracht op een hoogte van
900 tot 1100 mm boven het oppervlak
van de afgewerkte vloer bij gesloten deur.
Indien bekend is dat de meerderheid van
de gebruikers een van het gemiddelde
afwijkende lichaamsgrootte heeft, bijv.
in geval van kinderen, dan zou de mon-
tagehoogte overeenkomstig aangepast
moeten worden.
b
a
c
a max. 150 mm /
Max 150 mm
b minimaal 60% van de totale breedte /
Almeno il 60% della larghezza complessiva
c effectieve deurbreedte /
Larghezza efficace della porta