22
2. Installatie
Om de membraan te installeren moet de slang uit de fitting van de membraan behuizing getrokken worden (zie
de procedure hieronder). Trek de membraan omhoog uit de klemmen, open de schroef dop met behulp van de
bijgesloten sleutel, schuif zonder de transparante verpakking met de connector en de 2 O-ringen (Fig. 3, No. 1)
als eerste in de membraan behuizing. Sluit en herplaats daarna de slang voldoende diep.
Zorg dat de membraan in de juiste richting geplaatst wordt met de beide verzegelingen eerst (Fig. 3,
No. 1). De membraan moet naar voren geduwd worden tot de beide verzegelingen in de juiste positie
zitten aan de bovenzijde en de zuiverwater verzegeling is gezekerd. Voor de behuizing kan worden
gesloten dient u te controleren of de O-ring is bevestigd aan de behuizing van de module.
Fig. 3: Membrane
Nu kunt u de slangen bevestigen.
Los maken van de verbindingen:
1. Verwijder de blauwe sluitring.
2. Druk op de witte ring in de fitting. Nu kunt u de slang
verwijderen.
3. Vergeet niet de sluitring te bevestigen.
Fig. 4
Let op: Voor de eerste in gebruik name dient het geactiveerde koolstof filter (Fig. 1, No. 3) eerst
gespoeld te worden en dan pas bevestigd te worden aan de membraan behuizing!
1. Verbind de kraan aansluiting aan een geschikte kraan, indien nodig kunt u een verloop stuk gebruiken (Fig.
2, No. 5) [zoals bijgesloten bij de levering]. Van de kraanaansluiting gaat u gaat u met een stuk slang naar
de kraanwater inlaat van het systeem. Met behulp van de kraan (Fig. 2, No. 3) kunt u schakelen tussen
kraanwater extractie en gebruik van het osmose systeem.
2. Verbind de afvalwater slang (Fig. 1, No. 14) d.m.v. de bijgesloten klem (Fig. 2, No. 1), de afvalwaterslang
kan ook direct aangesloten worden aan een geschikte afvalwaterpijp. U dient dan vooraf een gat te boren van
ca. 5 mm. De vierkante afdichting (Fig. 2, No. 2) dient geplaatst te worden tussen de klem en het boorgat.
Echter, om het risico van bacteriële besmetting te voorkomen, wordt aanbevolen om de afvalwaterslang aan
de afvalwater pijp te bevestigen, maar deze liever in de afvoer te laten druppelen.
3. Sluit de opslagtank aan voor het osmose water (Fig. 1, No. 13).
Slang fittingen:
1. Verwijder de blauwe sluitring.
2. Plaats de slang tot de stop in de fitting.
3. Plaats de sluitring opnieuw.
4. Trek de slang terug om te test of deze vast zit.
1
2
3