Nederlands
43
Compressie diepte:
Juiste gebied op instrument aangegeven:
38-51 mm (AHA)
40-50 mm (ERC)
of op sommige modellen:
30-50 mm
Onderdeel/Materiaal
Basis unit
Polyethyleen
Instrumentendeel
ABS plastic
Schedel
Hard PVC
Borst, huid
Zacht PVC
Gelaatstuk
Zacht PVC
Hoofdzakje, voor
éénmalig gebruik
Polyethyleen
T-shirt
100% katoen
Trainingspak
50% katoen en 50% polyester
Draagtas/trainingmat
PVC bekleed nylon materiaal
3. Bedieningsprincipes - zie
Q
Indien lucht door de neus of mond van het gelaatstuk (1.1) geblazen
wordt, vult het hoofdzakje (1.2) zich, waarbij de lucht in de schedel
(1.3) verplaatst wordt door het ventiel (1.4) dat opent als het hoofd
achterover gebogen of de onderkaak opgetild wordt.
De omgevingslucht (niet van de leerling) passeert dan door de hals-
slang (1.5) naar beneden in de longzak (1.6) die uitzet en de borstkas
(1.7) via de veer (1.11) omhoog duwt.
Indien de beademing te snel plaatsvindt en/of het luchtvolume te
groot is, zal het maagventiel (1.8) plotseling opengaan en toelaten dat
lucht in de maagzak (1.9) stroomt, waarbij de maagstreek (1.10)
opzwelt. De bewegingen van zowel de longzak als de maagzak wor-
den mechanisch aan de controle instrumenten doorgegeven.
Wanneer borstkascompressie wordt toegepast, worden de borstkas en
de veren (1.11 en 1.12) samengedrukt. De veer (1.12) kan verplaatst
worden om de stijfheid van de borstkas te veranderen. Net als gedu-
rende eerste hulp beademing, worden bij borstkascompressie de
bewegingen mechanisch doorgegeven aan de controle instrumenten.
Borstkascompressie moet beëindigd zijn alvorens met beademen te
beginnen om het risico van opblazen van de maag te verminderen.
Dit geldt voor de Ambu Man zowel als voor patiënten.
Het pulseren van de halsslagader kan aan beide zijden van het strot-
tenhoofd (1.14) gevoeld worden. Gedurende borstkas compressies
wordt de pols automatisch geactiveerd door de bol (1.15) maar kan
met de hand geactiveerd worden door de instructeur of door een
andere leerling door in de balg (1.16) te knijpen.
4. Hygiënisch systeem
Schematische figuur:
Het hoofdzakje is in de schedel aangebracht en het gelaatstuk passend
aangebracht. Beademing is zojuist begonnen, fig.
W
.
A:
Lucht van de leerling
B:
Omgevingslucht
Beademing is voltooid en uitademing is zojuist begonnen, fig.
E
.
LET OP!
Indien er sprake is van lekkage om het masker heen of
beademing moeilijk tot stand komt, dan is er meestal sprake van een
onjuiste houding bij het optillen van de kin of onvoldoende achterover
buigen van het hoofd.
Ten einde te voldoen aan de eisen van het hygiënische systeem en een
goede afdichting alsmede nauwkeurige meetresultaten te bereiken,
moet altijd een hoofdzakje gebruikt worden.
Alle leerlingen moeten tijdens de training uitsluitend hun eigen gelaat-
stuk en hoofdzakje gebruiken.